H5 - Examenvragen H9 en HC1

H5 - Examenvragen HC1
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H5 - Examenvragen HC1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

De Britse politieke bemoeienis veranderde in de loop van de tijd in Brits-India. Noem de drie vormen van bestuur in chronologische volgorde die de Britten toepasten in India.

Slide 2 - Open question

-In het begin van de 17e eeuw vooral gericht op handel. Oprichting factorijen die de Britten bestuurden maar verder was er geen politieke bemoeienis in het binnenland.
-Na het verdrag van Allahabad (1765) krijgen de Britten meer lokale politieke invloed, ze gaan bijvoorbeeld belastingen heffen. Ze voeren een indirect bestuur waarbij lokale vorsten uit naam van de Britten het gebied besturen.
-Na de grote opstand in 1857 besloot Groot-Brittannië om een direct bestuur in te stellen waarna India onder het Britse Rijk viel en onder leiding van koningin Victoria stond
Is Robert Owen representatief voor de industriele ondernemers uit de 19e eeuw?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Waarom past de wereldtentoonstelling in Crystal Palace goed bij het kenmerkend aspect van de Industriële Revolutie?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Leg uit wat de white man's burden is en welke gevolgen dit heeft gehad voor het modern imperialisme

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Twee gegevens over een Engelse kolonie op het Amerikaanse continent in 1660:
- de economie wordt grotendeels bepaald door de grootschalige productie van suiker voor de export naar andere landen;
- de kolonie levert meer handel en kapitaal op dan alle andere Engelse koloniën bij elkaar.
Beargumenteer op basis van deze gegevens:
- om wat voor soort kolonie het ging en
- waar in Amerika deze kolonie gelegen was.

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Lees de bron hiernaast:
Ondersteun deze bewering door:
a. aan te geven welke oplossing voor de sociale kwestie Robert Owen nastreefde en
b. te verklaren dat de boodschap van het boek van Samuel Smiles populair was bij liberale ondernemers.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

De 'White mans burden' was een uiting van superioteitsgevoel. Leg dit uit.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

De prent gaat over The Great Mutiny (Grote Opstand). Wat is de visie van de tekenaar? Leg uit met behulp van 2 elementen.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Dit is een kaart van het Britse rijk rond 1886. Geef aan of de tekenaar positief of negatief dacht over het Britse rijk. En geef twee beeldkenmerken waaraan je dat kunt zien.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Welke continuiteit en verandering zie je in Brits beleid voor- en na het verdrag van Allahabad?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

In 1855 weigerde Sultan Taha van Djambi (in Nederlands-Indië) het Nederlands oppergezag te erkennen. De Nederlandse regering zette sultan Taha af en er werd een nieuwe, Nederlandsgezinde sultan aangesteld. Taha viel vanuit de binnenlanden Djambi aan. In 1885 kwam het tot een grote opstand, die door het Nederlands oppergezag werd neergeslagen. Hierbij passen twee beweringen:
1 Het optreden van de Nederlandse regering illustreert een kenmerkend aspect van de negentiende eeuw.
2 Sultan Taha kreeg in de twintigste eeuw navolging, wat een kenmerkend aspect illustreert uit de twintigste eeuw. NOEM VAN BEIDE BEWERINGEN HET KENMERKENDE ASPECT

Slide 12 - Open question

This item has no instructions