Les spreken

Spreken

mbo niveau 2


fdd
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Spreken

mbo niveau 2


fdd

Slide 1 - Slide

Voorbeeld

Slide 2 - Slide

Opdracht
Maak tweetallen. Ga met de ruggen tegen elkaar zitten. Je mag elkaar niet zien.
Persoon A tekent een aantal concrete vormen op papier. Zie voorbeeld.
Persoon A vertelt aan persoon B wat hij moet tekenen om precies hetzelfde te tekenen. 
Vergelijk jullie tekening. Lijkt het op elkaar? Bespreek met elkaar waar de onduidelijkheden zaten en wissel van rol. 
Gaat het nu beter?
timer
0:05

Slide 3 - Slide

Zijn jullie tekeningen goed gelukt?
Ja, precies hetzelfde
Een beetje
Nee, helemaal niet!

Slide 4 - Poll

Hoe kun je informatie duidelijk
over brengen?

Slide 5 - Mind map

Lesdoelen
• Je kunt het verschil tussen verbaal- en non- verbaal benoemen.
• Je leert hoe je inhoud kan afstemmen op je publiek (luisteraars)
• Je kunt je spreekdoel benoemen.
•Je kunt je non-verbale houding afstemmen op inhoud en publiek.
• Je weet dat je bij het spreken moet letten op verstaanbaarheid en spreektempo.
• Je kunt een gesprek voeren (hierbij houd je rekening met de afspraken).
• Je kunt feedback geven en ontvangen.
• Je reflecteert op jezelf.

Slide 6 - Slide

Presenteren (spreken)
Communiceren

Slide 7 - Slide

Verbaal en non-verbaal taalgebruik

Slide 8 - Slide

Verbaal taalgebruik
Geschreven taal -> brief
Gesproken taal -> een verhaal vertellen
Gebarentaal -> met gebaren 'spreek' je woorden uit

Slide 9 - Slide

Non-verbaal taalgebruik
  • lichaamshouding (actieve spreekhouding)
  • gezichtsuitdrukking
  • handgebaren
  • oogcontact maken



Slide 10 - Slide

Opdracht:
Werk in tweetallen. 

Iedereen krijgt van de docent een kaartje waarop staat wat je de ander moet vertellen (verbaal).
Hierbij staat ook hoe je je non-verbale houding moet aanpassen.
Wissel daarna van rol



Slide 11 - Slide

Wat vond je van de gesprekken?
Wat viel je op?

Slide 12 - Open question

Productpitch
Je ontvangt van je docent een willekeurig product. 
Je gaat dit product pitchen aan de groep. 
20 seconden
Gebruik argumenten
Waarom heb je dit nu echt nodig?
Overtuigen 

Slide 13 - Slide

Spreekdoel en publiek
  • Spreekdoel: informeren, instrueren, overtuigen, amuseren
  • Houd rekening met je publiek, aan wie vertel je iets?
  • Taalgebruik: formeel of informeel
  • Schat de voorkennis van je publiek in. Hoeveel informatie moet je geven?

Slide 14 - Slide

Verstaanbaarheid en spreektempo

Zorg ervoor dat iedereen je goed verstaat!
  • Spreek duidelijk
  • Spreek luid genoeg
  • Spreek rustig
  • Articuleer goed
  • Let op je intonatie

Slide 15 - Slide

Hoeveel procent van onze communciatie bestaat uit verbaal taalgebruik?
A
80%
B
100%
C
50%
D
20%

Slide 16 - Quiz

Bekijk het filmpje. Wat gaat er volgens jou allemaal fout?

Slide 17 - Slide

Wat doet ze fout?

Slide 18 - Mind map

Welke tips kun je haar geven?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Video

Presentatie beoordeling
  • Inleiding - kern - slot 
  • Zorg voor samenhang (opbouw, voeg- en verwijswoorden)
  • Afstemmen op doel
  • Stem af op je publiek
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Vloeiendheid en grammaticale beheersing

Slide 21 - Slide

Zorg voor een pakkende inleiding
Citaat

Quiz
Raadsel
Humor
Anekdote
Bedankje
Een vraag aan je publiek
Enzovoorts...






Slide 22 - Slide

Opdracht
https://maken.wikiwijs.nl/145982/Spreken___Presenteren_2F#!page-5335517

Slide 23 - Slide

Evaluatieformulier
Je krijgt nu een evaluatieformulier.
Vul dit serieus in! 
Het helpt je bij het verbeteren van je spreekvaardigheid.

Gebruik het ook bij de voorbereiding van het huiswerk.

Slide 24 - Slide

Einde

Slide 25 - Slide