Toets Spel/gram h1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Toets Spelling/Grammatica hoofdstuk 1: Leestekens en werkwoorden

3 BBL

Staat de komma goed?

Hij komt niet omdat, hij ziek is

1. ja
2. nee

In deze zin staat de komma verkeerd:
Terwijl zij speelt, ga ik even boodschappen doen.

1. juist
2. onjuist

Staan de hoofdletters goed?
In het westen komt er vandaag onweer.

1. Ja
2. Nee

Op Maandag heb ik altijd een lange dag

1. Maandag is goed geschreven
2. Maandag is fout geschreven

Met welke leestekens maak je een citaat?

1. Met een : " ...... "
2. met een : "........" en een hoofdletter aan het begin van het citaat
3. Met alleen de "......."

Dit citaat is goed gemaakt:
De man zegt: "Wat is daar nou gebeurd"?

1. onjuist
2. juist

Sterke werkwoorden kunnen zowel in de TT als in de VT voorkomen

1. niet waar
2. waar

De man ............ morgen 50 jaar

1. wort
2. word
3. werd
4. wordt

Zwakke werkwoorden maak je op de volgende manier:

1. stam + te(n) of stam + de(n)
2. Verander de klank en je heb een zwak werkwoord

Amsterdam (liggen) niet in het oosten.
( tt)

1. lig
2. leg
3. ligt
4. legt

Ik (kopen) een lief cadeautje voor mijn oma . (tt)

1. koopt
2. koop
3. kocht
4. kopen

Ik (voelen) mij gisteren erg beroerd.
(vt)

1. voelte
2. voelden
3. voel
4. voelde

Zoek de pv:

Waarom heb jij gisteren gelogen?

1. pv = waarom
2. pv = gelogen
3. pv = jij
4. pv = heb

Zoek de pv:
Nederland is een heerlijk land om in te wonen.

1. pv= wonen
2. pv= is
3. pv=land
4. pv = te

Zoek het onderwerp:
Borculo is niet de hoofdstad van Nederland

1. ond=Nederland
2. ond=hoofdstad
3. ond= Borculo

Mijn zusje weet mijn geheimen altijd!

Onderwerp is:

1. Mijn zusje
2. zusje
3. mijn geheimen