What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
NS1T3H06.3 Neerslag
We gaan zo van start!
Voor Michelle en Merel:
Voeg jezelf toe aan de klas in LessonUpmet code yvyej
Sta je niet in de klas, meld ik je absent
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
6 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
We gaan zo van start!
Voor Michelle en Merel:
Voeg jezelf toe aan de klas in LessonUpmet code yvyej
Sta je niet in de klas, meld ik je absent
Slide 1 - Slide
H06 - Het Weer
Een hoofdstuk over dat wat elke Nederlander dagelijks bezig houdt: de toestand van de atmosfeer.
Slide 2 - Slide
Eindproduct
Je gaat de komende periode zelfstandig door het hoofdstuk over het weer.
Je levert via Magister - ELO - Opdrachten een verslag in. De opdracht staat daar.
De uiterste inleverdatum is
zondag 19 april
(meivakantie)
Slide 3 - Slide
H06.3 - Neerslag
Leerdoelen
Ik ken de fasen en de overgangen van water in de atmosfeer
Ik weet hoe wolken ontstaan
Ik weet wat condensatiekernen zijn
Ik weet wat het dauwpunt is
Ik weet hoe regen, sneeuw en hagel ontstaan
Slide 4 - Slide
Even herhalen: In welke drie fasen komt water voor in de atmosfeer?
Slide 5 - Open question
Hoe heet de overgang van de vaste fase naar de vloeistoffase?
A
Smelten
B
Stollen
C
Sublimeren
D
Condenseren
Slide 6 - Quiz
Hoe heet de overgang van de vaste fase naar de gasfase?
A
Sublimeren
B
Vervluchtigen
C
Condenseren
D
Rijpen
Slide 7 - Quiz
Is een faseovergang een natuurkundige of scheikundig
proces? Leg uit waarom wel/niet.
Slide 8 - Open question
Faseovergangen
Slide 9 - Slide
Het ontstaan van wolken
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Hoe heet de temperatuur waarbij waterdamp begint te condenseren?
Slide 12 - Open question
Condensatie en condenstatiekernen
Waterdamp gaat in de lucht condenseren bij het dauwpunt.
Condensatiekernen zijn deeltjes in de lucht zoals stof en roet, waarop waterdamp sneller kan condenseren.
Door condensatie ontstaan kleine waterdruppeltjes, deze blijven in de lucht zweven.
Veel kleine druppeltjes samen vormen een wolk.
Bij condensatie vlak boven de grond spreken we van mist.
Slide 13 - Slide
Wat weet je over de hoeveelheid water die koude lucht kan bevatten ten opzichte van warme lucht?
A
Die kan MINDER water bevatten dan warme lucht
B
Die kan MEER water bevatten dan warme lucht
Slide 14 - Quiz
Als er op één dag 12,5 mm regen valt, hoeveel liter is dat dan per vierkante meter?
A
0,125 L
B
12,5 L
C
1,25 L
D
125 L
Slide 15 - Quiz
Wolkensoorten
Er bestaan verschillende soorten wolken. Deze worden ingedeeld naar hoogte en vorm
Je hoeft de namen niet uit je hoofd te leren.
Slide 16 - Slide
Het dauwpunt
De temperatuur waarbij waterdamp begint te condenseren heet het dauwpunt.
Wolken ontstaan op hoogten waar de tempereratuur is afgekoeld tot het dauwpunt
De lucht zit dan "vol" met waterdamp
In warmere lucht past meer waterdamp
Slide 17 - Slide
Verdeling in wolk
In het plaatje hiernaast zie je in welke fase de watermoleculen zich bevinden bij een bepaalde temperatuur.
Hoe hoger in de lucht, hoe lager de temperatuur is.
Er valt geen neerslag als de lucht omhoog stroomt, de lichte druppels en ijskristallen worden weer omhoog gestuwd.
Als de druppels of ijskristallen te zwaar zijn om omhooggestuwd te worden valt er wel neerslag
Slide 18 - Slide
Welke begrip zou aan kunnen geven op welke hoogte een wolk ontstaat?
A
Isobaar
B
Stroming
C
Condensatieniveau
D
Dauwpunt
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Video
Slide 21 - Video
Neerslag
Er valt geen neerslag als de lucht omhoog stroomt, de lichte druppels en ijskristallen worden weer omhoog gestuwd.
Als de druppels of ijskristallen te zwaar zijn om omhooggestuwd te worden valt er wel neerslag.
Is de temperatuur onder de wolk hoger dan 0 graden Celcius dan valt er regen, hagel of sneeuw.
Vallen de druppels door een luchtlaag die onder het vriespunt ligt, dan raken de druppels onderkoeld.
Komen de onderkoelde druppels op een bevroren oppervlakte dan ontstaat ijzel
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Wanneer valt er sneeuw?
Bij een temperatuur van -12 graden Celsius in de wolk, rijpt de waterdamp tot kristallen.
Hierbij zijn ook kristallisatiekernen (bv stofdeeltjes) nodig.
De ijskristallen groeien uit tot sneeuwvlokken.
Als ze zwaar genoeg zij vallen ze naar beneden.
Alleen bij een lage temperatuur blijven de kristallen bestaan, anders smelten ze en valt er regen.
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Wanneer valt er hagel?
Hagelsstenen ontstaan op grote hoogte.
Hier zijn sterke daal- en stijgstromen die de kristallen meevoeren.
Als ze in het deel van de wolk komen waar de temperatuur 0 graden Celcius is, dan groeien de kristallen aan (onderkoelde waterdruppels).
De ijskorrels worden uiteindelijk zo zwaar dat ze naar beneden vallen
Slide 26 - Slide
Leerdoelen behaald?
Ik ken de fasen en de overgangen van water in de atmosfeer
Ik weet hoe wolken ontstaan
Ik weet wat condensatiekernen zijn
Ik weet wat het dauwpunt is
Ik weet hoe regen, sneeuw en hagel ontstaan
Slide 27 - Slide
En nu...
Verder met je weerstation
Verder met je verslag over hoofdstuk 6
Het filmpje hierna nog kijken
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
More lessons like this
6.3 Neerslag
July 2023
- Lesson with
31 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
NS1T3H06.3
March 2021
- Lesson with
32 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In de wolken
February 2024
- Lesson with
27 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
6.3 Neerslag
May 2022
- Lesson with
29 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H6.3 wolken en neerslag 3 mavo
November 2023
- Lesson with
17 slides
Natuurkunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
LES 7
January 2020
- Lesson with
21 slides
Middelbare school
Pulsar hst 6 Het weer VMBO-T3 par. 3 Neerslag
May 2017
- Lesson with
21 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
4.4 Wolken en Neerslag.
December 2019
- Lesson with
25 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2