This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
der
mannelijke personen
mannelijke dieren
mannelijke beroepen
dagen
maanden
dagdelen
jaargetijden
die
vrouwelijke personen
vrouwelijke dieren
vrouwelijke beroepen
(eindigend op "-in")
woorden die eindigen op:
-e / -eit / -ung / - schaft
das
de meeste 'het'-woorden in
het Nederlands
verkleinwoorden : eindigend
op: -chen / -lein
ALLE woorden in het
meervoud
2 t/m 19 = getal + te
zwei + te = zweite
vanaf 20 = getal + ste
zwanzig + ste = zwanzigste
TELWOORD => RANGTELWOORD
eins => erste
drei => dritte
sieben => siebte
acht => achte