intervisie les 4

Intervisie week 4
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Intervisie week 4

Slide 1 - Slide

Lesdoelen week 4
-je leert dat binnen intervisie verschillende rollen bestaan
-je leert werken met de zes hoeden en gaat het ook toepassen
- je kunt je inleven in verschillende denksituaties

Slide 2 - Slide

Rollen binnen intervisie
1. De casusinbrenger/de probleeminbrenger
2.De collega’s
3. De gespreksleider/facilitator

Slide 3 - Slide

Inbrenger
De taak en rol van de inbrenger
* Deze heeft van te voren bedacht welk werkprobleem hij / zij wil inbrengen.
* Deze is vrij in wat hij / zij wel en niet inbrengt.
* Verwoordt kort en helder zijn / haar probleem.
* Reageert op de vragen, mededelingen en adviezen van de collega's.
* Inbrenger is vrij al of niet de vragen te beantwoorden hij / zij bewaakt daarin zelf zijn / haar grenzen.

Slide 4 - Slide

Collega
De taak en rol van de collega
* De inbrenger ondersteunen bij het grip krijgen op zijn / haar probleem.
* Deze stelt hiertoe (met name open) vragen.
* Geeft zo nodig aan waarom hij /zij die vraag stelt.
* Plaatst confronterende of spiegelende opmerkingen die de reflectie van de inbrenger stimuleert.
* Deelt een eigen ervaring die mogelijk helpend is voor de inbrenger.
* Komt met een advies dat mogelijk helpend is voor de inbrenger

Slide 5 - Slide

Gespreksleider/facilitator
(veel taken)
* Deze opent en sluit de bijeenkomst.
* Kapt het gezellig bijpraten af als dit ten koste gaat van de intervisie tijd.
* Deze reageert inhoudelijk niet op het werkprobleem van de inbrenger neemt niet deel aan de coaching.
* Deze bewaakt de tijd.
* Deze maakt zo nodig een (korte) samenvatting en sluit zo de ene fase af en introduceert de volgende fase; of laat de inbrenger dit doen.
* Ondersteunt de inbrenger als deze sterk emotioneel betrokken is bij het probleem.
* Bewaakt dan extra een veilig klimaat.
* Deze grijpt tijdens de probleemverheldering en -verkenning in als coaches gaan adviseren, interpreteren, oordelen of suggereren.

Slide 6 - Slide

*Deze zorgt dat de focus gericht blijft op de inbrenger.
*Deze zorgt dat men niet afdwaalt van het ingebrachte werkprobleem.
*Deze zorgt voor een gelijke inbreng tussen de coaches stimuleert de ‘zwijgers’ te praten en remt de ‘praters’ af.
*Corrigeert als iemand in het nauw wordt gedreven.
*Zorgt ervoor dat iedereen zijn eigen grenzen bewaakt.
*Deze bewaakt het groepsklimaat van openheid, respect, veiligheid, vertrouwelijkheid en wederkerigheid.
*Deze spreekt groepsleden aan die verzuimen zich aan de regels te houden.
*Deze maakt conflicten en meningsverschillen bespreekbaar.

Slide 7 - Slide

De zes hoeden
Aan de hand van de verschillende hoeden ga je reageren op het ingebrachte probleem.

Slide 8 - Slide

We gaan nu zelf aan de slag!

Iedere student schrijft op een post-ITS een casus of problematiek (uit het werkveld) op, daarnaast vermeld je een pakkende titel.
Iedereen geeft om de beurt in drie korte zinnen aan waar
de casus of de problematiek over gaat.

10 minuten

Slide 9 - Slide

Kiezen van een casus.
Loop rond en geef twee keer een stem uit op een casus die wellicht ook passend is voor je eigen leeropbrengst. De casus met de meeste stemmen wordt besproken.

5 minuten

Slide 10 - Slide

De probleeminbrenger verteld over zijn situatie of casus. 
De studenten blijven (open)vragen stellen tot de situatie
geheel duidelijk is.

15 minuten



Slide 11 - Slide

De studenten reageren op de inbrenger vanuit de kleur van 
de hoed die zij hebben gekregen. Ze luisteren aandacht naar elkaar
en discussiëren over de casus met elkaar. De discussie is afgelopen
op het moment wanneer er geen nieuwe punten meer naar
voren komen. De inbrenger luistert en maakt aantekeningen.

15 minuten.

Slide 12 - Slide

De probleeminbrenger vertelt wat hij uit de discussie heeft 
meegenomen. Hij geeft aan welke punten hem tot denken
hebben gezet en waar hij in het vervolg iets mee gaat doen.


5 minuten.

Slide 13 - Slide

Reflectie
Je maakt een reflectieverslag van deze les
- Wat vond je van deze intervisie werkvorm?
- Wat maakte het dat het een succes was?
- Welke eigenschappen en/of kwaliteiten heb je hiervoor ingezet?
- Wat heb je misschien over jezelf geleerd?
- Wat neem je mee voor in het werkveld?


Deze opdracht komt terug in je eindreflectie

Slide 14 - Slide