Komma plaatsen in de zin

Spelling
Week 1, Les 3
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling
Week 1, Les 3

Slide 1 - Slide

Wat is het voegwoord in de volgende zin?
Het is koud en het sneeuwt.

Slide 2 - Mind map

Wie kent er nog andere voegwoorden?

Slide 3 - Mind map

Voegwoord

k

Slide 4 - Slide

ZINNEN INVOEGEN, DIe zonder komma

Slide 5 - Slide

Waarvoor zet ik een komma in de zin?
A
Om een korte rust in de zin aan te geven.
B
Om twee zinnen met elkaar te verbinden.
C
Om de persoonsvorm aan te duiden.
D
Om de punt uit de zin te halen.

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

ZINNEN INVOEGEN NOGMAALS

Slide 8 - Slide

Tijd voor het dictee!

Slide 9 - Slide

Ga aan de slag met je werkboek
- Ben je klaar? Dan kijk je zelf na.
- Na het nakijken laat je, je werk controleren bij Meester WIllem of bij juf Anna
- Na het nakijken ga je aan de slag met? .....

Slide 10 - Slide

Loes is vroeg thuis omdat ze hard gefietst heeft.

Slide 11 - Open question

Er stond van alles op tafel: kaas jam boter en suiker.

Slide 12 - Open question

Kom je naar huis Loes?
Loes dat is heel goed.

Slide 13 - Open question