1A - P3 - Week 2 - les 1 - H7 - 7.2 - spelling

H3 - P1 - week 8 - les 2 - grammatica verwerken

Welkom

Nederlands

Mevrouw Takken

Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag

1 / 18

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Lesson duration is: 70 min

Items in this lesson

H3 - P1 - week 8 - les 2 - grammatica verwerken

Welkom

Nederlands

Mevrouw Takken

Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag

Slide 1 - Slide

- Welkom

- Stillezen

- H7.3 - Bijzonder taalgebruik

Doel:

- Je verwijst juist en je kunt herkennen waar een verwijswoord naar verwijst

- Je kiest het juiste signaalwoord

- Je beschrijft wat beeldtaal is

- Je benoemt of een zin bestaat uit letterlijk of figuurlijk taalgebruik

Wat gaan we doen vandaag:

Slide 2 - Slide

Dagopening

Slide 3 - Slide

Stillezen

timer

15:00

Slide 4 - Slide

Stijlregels 7.3

Slide 5 - Slide

Bijzonder taalgebruik

Letterlijk taalgebruik:

Je bent echt heel onhandig dat je nu alweer je sleutels vergeten bent

Figuurlijk taalgebruik:

Slide 6 - Slide

Spelling 7.2

Slide 7 - Slide

Spelling 7.2

Niet alle werkwoorden zijn hetzelfde:

Koken = ik kook + ik kookte -> houdt zich aan regels

Lopen = ik loop + ik liep -> maakt zijn eigen regels

Slide 8 - Slide

Spelling 7.2

Niet alle werkwoorden zijn hetzelfde:

Koken = ik kook + ik kookte -> houdt zich aan regels

Lopen = ik loop + ik liep -> maakt zijn eigen regels

De klank verandert!

Slide 9 - Slide

Spelling 7.2

Niet alle werkwoorden zijn hetzelfde:

Koken = ik kook + ik kookte -> houdt zich aan regels

Lopen = ik loop + ik liep -> maakt zijn eigen regels

De klank verandert!

Sterk werkwoord

Slide 10 - Slide

Spelling 7.2

Slide 11 - Slide

Spelling 7.2

Stam van het werkwoord

= Hele werkwoord - en

Lopen - en = lop

huilen - en = huil

verhuizen - en = verhuiz

Delen -en = del

Slide 12 - Slide

Spelling 7.2

Stam van het werkwoord

= Hele werkwoord - en

Lopen - en = lop

huilen - en = huil

verhuizen - en = verhuiz

vallen -en = vall

Lopen -ik-vorm = loop

huilen - ik-vorm = huil

verhuizen ik-vorm = verhuis

vallen ik-vorm = val

Slide 13 - Slide

Spelling 7.2

Stam van het werkwoord - persoonsvorm verleden tijd opbouwen

Slide 14 - Slide

Spelling 7.2

Stam van het werkwoord - persoonsvorm verleden tijd opbouwen

Slide 15 - Slide

Spelling 7.2

Stam van het werkwoord - persoonsvorm verleden tijd opbouwen

Slide 16 - Slide

Spelling 7.2

Slide 17 - Slide

H7.2 - spelling

H7 - opdracht 15 tot en met 25

Wanneer maak je dit:

- Deze les, anders huiswerk voor woensdag

Aan de slag:

Slide 18 - Slide

1A - P3 - Week 2 - les 1 - H7 - 7.2 - spelling

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

More lessons like this

1A - P3 - Week 1 - les 3 - H7 - 7.3 - stijlregels

Spelling persoonsvorm in de tt

Sterke en zwakke werkwoorden

Spelling persoonsvorm in de vt

Werkwoordspelling

SMS klas 5: Sterke en zwakke werkwoorden deel 1.

1C - P2 - Week 1 - les 2 - pvvt (27)

H3 - spelling h4 - werkwoorden 2 - week 8