Les 1 21/05
Le mardi 21 mai
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Le mardi 21 mai
Slide 1 - Slide
Plan du cours
1. Les buts du cours
2. Rappel: Grammaire I
3. Grammaire II uitleg
4. Travail ensemble et en autonomie
5. Quiz sur le passé-composé
6. Doelen bereikt?
Slide 2 - Slide
1. Les buts du cours
Kennis:
-Je kan het werkwoord "Faire" vervoegen.
-Je begrijpt hoe de passé-composé in het Frans werkt.
-Je kan vertellen wat je hebt gegeten.
Slide 3 - Slide
2a. Rappel: Le verbe "faire" p. 110
"Faire" betekent doen en ook maken.
Présent Je fais (ik doe)
Tu fais (jij doet)
Il/elle/on fait (hij/zij/ men doet)
Nous faisons (wij doen)
Vous faites (jullie doen/ u doet)
Ils/ elles font (zij doen)
Slide 4 - Slide
2b. Quiz sur le verbe "faire"
Vul de juiste vorm van het werkwoord in de zin.
1. Ma mère _____________ la cuisine.
2. Je __________ mes devoirs.
3. Nous ______________ les valises pour les vacances.
4. Tu ____________ quoi ce soir ?
5. Monsieur, vous _____________ du sport ?
6. Elles _________ souvent du shopping.
timer
2:00
Slide 5 - Slide
2c. Quiz sur le verbe "faire"
Zet de woorden op de goede volgorde om een zin te maken.
1. fais - aujourd'hui - Louis - du sport - tu - avec
2. du shopping - elle - souvent - avec - sa - fait - soeur
timer
2:00
Slide 6 - Slide
3. Travail en autonomie
Travail ensemble
Finir les exercices écouter: 13(k) + 14(k)
Havo-route: 13(k) + 14A(k)
Travail seul
Grammaire II: 16A t/m D Extra uitdaging*: 16E
Havo-route: 16A t/m D
timer
10:00
Slide 7 - Slide
4. Grammaire II: De voltooide tijd
Om te vertellen wat er in het verleden is gebeurd.
J'ai mangé (ik heb gegeten) De passé-composé bestaat uit
Tu as mangé (je hebt gegeten) een hulpwerkwoord (avoir)
Il/elle/on a mangé en een voltooid deelwoord
Nous avons mangé (bijv. mangé)
Vous avez mangé
Ils/elles ont mangé Let op: er zijn 5 uitzonderingen blz. 101
Slide 8 - Slide
Les buts du cours
Kennis:
-Je kan het werkwoord "Faire" vervoegen.
-Je begrijpt hoe de passé-composé werkt.
-Je kan vertellen wat je hebt gegeten.
Slide 9 - Slide
6. Compter jusqu'à 1000
Prends ton petit tableau et écris des chiffres.
Bonne chance! :)
Slide 10 - Slide
Wat heb je tijdens de les geleerd?
