Les 1 28/05
Le lundi 28 mai
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
This lesson contains 11 slides, with text slides.
Items in this lesson
Le lundi 28 mai
Slide 1 - Slide
Plan du cours
1. Les buts du cours
2. Parle de ton week-end
3. La prononciation des mots
4. Travail en autonomie: écrire
5. Les nombres en français
6. Doelen bereikt?
Slide 2 - Slide
1. Les buts du cours
Kennis:
-Je kan vertellen wat je dit week-end hebt gedaan (PC).
-Je kan tot 1000 in het Frans tellen.
Schrijfvaardigheid:
-Je kan persoonlijke gegevens invullen op een formulier.
Slide 3 - Slide
2a. Grammaire II: De voltooide tijd
J'ai mangé (ik heb gegeten) De passé-composé bestaat uit
Tu as mangé (je hebt gegeten) een hulpwerkwoord (avoir)
Il/elle/on a mangé en een voltooid deelwoord
Nous avons mangé (bijv. mangé)
Vous avez mangé
Ils/elles ont mangé Let op: er zijn 5 uitzonderingen blz. 101
Slide 4 - Slide
2b. Parle de ton week-end
Tu as passé un bon week-end ?
+ Oui, j'ai passé un bon week-end.
- Non, je n'ai pas passé un bon week-end.
Qu'est ce que tu as fait ce week-end ?
Ce week-end, j'ai ...
timer
1:00
Slide 5 - Slide
3. La prononciation des mots
Prends ton livre à la page 112 et lis les mots apprendre 8.
Attention à la prononciation.
Slide 6 - Slide
4. Travail en autonomie
Le travail en autonomie:
Faire les exercices écrire: 25 + 28 + 29
Havo-route: 25 + 27 + 29
Leren:
Apprendre 8 + 9 + 10
timer
20:00
Slide 7 - Slide
5b. Compter jusqu'à 1000
Prends ton petit tableau et écris des chiffres.
Bonne chance! :)
Slide 8 - Slide
5a. Les nombres de 0 à 1000
Slide 9 - Slide
6. Les buts du cours
Kennis:
-Je kan vertellen wat je hebt gegeten (passé-composé).
Spreekvaardigheid:
-Je kunt een probleem uitleggen en hulp vragen.
-Je kunt een mobiele apparaat beschrijven.
-Je kan tot 1000 in het Frans tellen.
Slide 10 - Slide
2a. Rappel: Le verbe "faire" p. 114
"Faire" betekent doen en ook maken.
Présent Je fais (ik doe)
Tu fais
Il/elle/on fait
Nous faisons
Vous faites
Ils/ elles font
