11.1 Eigenschappen en chromosomen

11.1 Eigenschappen en chromosomen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

11.1 Eigenschappen en chromosomen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat erfelijke eigenschappen zijn en wat een fenotype is.
  • Je kunt uitleggen waardoor het fenotype bepaald wordt.
  • Je kunt uitleggen waar informatie voor je eigenschappen zit.
  • Je kunt aan een chromosomenkaart zien of die van een jongen of een meisje is.
  • Je kunt uitleggen wat een gen en wat het genotype is.

Slide 2 - Slide

Erfelijke eigenschappen: de eigenschappen die je van je ouders krijgt

Fenotype: hoe een eigenschap eruitziet = UNIEK!
  • Oogkleur: blauw, bruin, etc.
  • Haarvorm: stijl, krul, etc.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Fenotype = 
genotype + omgeving

Slide 5 - Slide

Fenotype kan veranderen

Michael Jackson rechts heeft zelfde erfelijke eigenschappen als links.
Zijn fenotype verandert

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

CELLEN ZIJN DE BOUWSTENEN VAN EEN ORGANISME
Cel, allemaal dezelfde onderdelen maar ander uiterlijk
Weefsel, cellen die op elkaar lijken en dezelfde functie hebben
Orgaan, onderdeel lichaam met specifieke functie
Orgaanstelsel, samenwerkende organen hebben 1 hoofdfunctie
Organisme, een levend wezen (plant, dier, schimmel, bacterie)

Slide 8 - Slide

Hoe weet een bevruchtte eicel dat hij een mens moet worden???
HOE ZIET EEN CEL ERUIT ?

Slide 9 - Slide

Bouwbeschrijving

CEL: celmembraan, cytoplasma, kern

Kern: chromosomen, bestaan uit de stof DNA (bevat de informatie voor al je erfelijke eigenschappen)



Slide 10 - Slide

Een DNA draad heeft een dikte van 1,9 nanometer (0,0000019 mm). De mens heeft 3.200.000.000 verschillende DNA letters. Per cel bevat het DNA van de mens ongeveer 2 meter DNA en ons lichaam 74 miljoen km DNA, dat is meer dan 240x heen en terug naar de zon.
  • Genotype: erfelijke informatie van een organisme
  • Gen: een stukje DNA met de informatie voor één eigenschap

Slide 11 - Slide

Hoeveel schoenen zie je?

Hoeveel paar schoenen zie je?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Hoeveel paar chromosomen zie je?

Hoeveel chromosomen zie je?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Chromosomenkaart
  • 46 chromosomen
  • 23 paren, 1 van moeder, 1 vader

Het 23e = geslachtschromosomen
  • grote chromosoom X
  • kleine chromosoom Y
  • XX= meisje
  • XY= Jongen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Hoe zitten eigenschappen op chromosomen?
  • Chromosoom
  • DNA
  • Miljoenen treden (code)
  • Gen: informatie voor 1 erfelijke eigenschap (bestaat uit aantal treden)

Iedere cel heeft een kern, iedere kern heeft      alle chromosomen. IEDERE CEL HEEFT DUS JOUW HELE BOUWBESCHRIJVING

Slide 19 - Slide

Hoe zitten de eigenschappen op de chromosomen?

  • Op chromosoom nummer 15 ligt een gen voor de kleur van je ogen (OCA2). 
  • Dit gen bevat de code voor het P-eiwit. 
  • Dit eiwit regelt de aanmaak en opslag van pigment in je ogen.
  • Veel pigment = bruin/ weinig = blauw.

Slide 20 - Slide

Schrijf in je agenda
Bestudeer blz. 84 t/m 94.

Maken + nakijken opdr. 6, 9, 11, 12, 15, 
& 19, 20, 21, 22, 24, 25.
 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Wat zijn erfelijke eigenschappen?

Slide 23 - Open question

Wat is het fenotype?

Slide 24 - Open question

Waardoor wordt het fenotype van een persoon bepaald?

Slide 25 - Open question

Fenotype of erfelijke eigenschap?

Slide 26 - Open question

Fenotype of erfelijke eigenschap?

Slide 27 - Open question

Fenotype of erfelijke eigenschap?

Slide 28 - Open question

Fenotype of erfelijke eigenschap?

Slide 29 - Open question

Het jonge dier in tekening heeft hetzelfde fenotype als volwassen dier
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Het jonge dier in tekening heeft dezelfde erfelijke eigenschappen als het volwassen dier
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

Uit welke drie onderdelen bestaat een dierlijke cel?

Slide 32 - Open question

Waaruit bestaat de kern van een dierlijke cel?

Slide 33 - Open question

Wat is het verschil tussen het genotype van een persoon en een gen?

Slide 34 - Open question

Wat weet je?
Vertel...

Slide 35 - Open question