4K Ecologie BS5

Thema  2: ecologie
b5: aanpassingen bij dieren
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema  2: ecologie
b5: aanpassingen bij dieren

Slide 1 - Slide

Planning:
- Herhaling basisstof 3 en 4
- Uitleg basisstof 5
- Aan de slag!
- Herhalingsvragen

Slide 2 - Slide

Een leerling maakt een schema om een aantal processen in de koolstofkringloop weer te geven (zie de afbeelding).In de koolstofkringloop spelen reducenten een belangrijke rol.

Welke letter geeft de omzetting aan die door reducenten wordt uitgevoerd?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 3 - Quiz

In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding? Meerdere antwoorden mogelijk.


A
alleen planten
B
alleen dieren
C
Alleen schimmels en planten
D
alle organismen

Slide 4 - Quiz

Kringloop van koolstof.
Welke organismen zorgen in de koolstofkringloop voor de vorming van glucose?

A
De producten
B
De consumenten
C
De reducenten

Slide 5 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een populatie?
A
Alle olifanten op aarde
B
Alle vissen in een sloot
C
Alle koolmezen in het streekbos
D
De mussen op het balkon van mevr. Sponselee

Slide 6 - Quiz

Wat is een populatie?
A
Een boom
B
Verschillende dieren in een gebied
C
Een groep individuen vd zelfde soort in 1 gebied
D
Alles wat in een bepaald gebied is

Slide 7 - Quiz

Wat is een biotoop?
A
Alle organismen in een gebied
B
Alle abiotische factoren
C
alle levende dingen in de wereld
D
Dat weet ik niet

Slide 8 - Quiz


Biotoop en levensgemeenschap samen bepalen het ecosysteem.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Leerdoelen:
Ik kan uitleggen hoe de bouw van een dier is aangepast aan zijn omgeving en daarbij het voordeel benoemen.

Slide 10 - Slide

zoolganger/ teenganger/ topganger (hoefganger)

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

Poten

Slide 13 - Slide

Snavels

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

In de afbeelding is de poot van een vogel getekend.
Van wat voor vogel kan de poot zijn?
A
Van een loopvogel
B
Van een roofvogel
C
Van een zangvogel

Slide 16 - Quiz

deze poten zijn van een?
A
steltloper
B
loopvogel
C
roofvogel
D
watervogel

Slide 17 - Quiz

Hier zie je een poot van een koe.
Een koe is een?
A
zoolganger
B
teenganger
C
hoefganger

Slide 18 - Quiz

Hoe heet deze snavel en wat eet deze vogel?
A
priemsnavel, vogel eet bodemdiertjes
B
pincetsnavel, vogel eet insecten
C
kegelsnavel, vogel eet zaden

Slide 19 - Quiz

Welk soort snavel heeft de vogel op de foto?
A
haaksnavel
B
zeefsnavel
C
pincetsnavel
D
kegelsnavel

Slide 20 - Quiz

Hoe gebruikt deze vogel zijn snavel tijdens het eten?
A
Hij verscheurt zijn prooi met deze snavel
B
hij kraakt met zijn snavel de noten
C
hij prikt met deze snavel in de bodem op zoek naar bodemdiertjes
D
Hij zeeft met zijn snavel diertjes uit het water

Slide 21 - Quiz

Welk soort snavel heeft de vogel op de foto?
A
haaksnavel
B
zeefsnavel
C
pincetsnavel
D
kegelsnavel

Slide 22 - Quiz

Aan de slag!
Maak: Opdracht 35, 38, 39, 42, 44
Waar? vanaf WB blz. 101 , HB blz. 82
Hoe? Eerste 10 minuten alleen in stilte, hierna fluisterend in 2-tal.
Klaar? Nakijken + verbeteren van de antwoorden van basisstof 1 t/m 5
timer
20:00

Slide 23 - Slide

Einde. 

Slide 24 - Slide