être, de regelmatige ww op -er en het lidwoord

Salut à tous!


Dit is een testje over het ww être, de regelmatige ww op -er  
en over het Franse  lidwoord.
 
Bonne chance!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Salut à tous!


Dit is een testje over het ww être, de regelmatige ww op -er  
en over het Franse  lidwoord.
 
Bonne chance!

Slide 1 - Slide

hoe zeg je in het Frans:
ik ben
A
tu es
B
je suis

Slide 2 - Quiz

(être) Hoe zeg je:
wij zijn
A
vous êtes
B
ils sont
C
nous sommes

Slide 3 - Quiz

zij (vrouw.) zijn
A
elle est
B
il est
C
ils sont
D
elles sont

Slide 4 - Quiz

vertaal in het Frans:
u bent

Slide 5 - Open question

zij (mann.) zijn

Slide 6 - Open question

jullie zijn =
A
nous sommes
B
vous êtes
C
on est

Slide 7 - Quiz

zij is

Slide 8 - Open question

nous
A
parlez
B
parlent
C
parlons

Slide 9 - Quiz

tu
A
parle
B
parlez
C
parles
D
parlent

Slide 10 - Quiz

je
elles
vous
nous
tu
cherches
cherche
cherchent
cherchez
cherchons

Slide 11 - Drag question

vous
A
habitez
B
habitons
C
habites

Slide 12 - Quiz

het meisje = la fille
Hoe zeg je: de meisjes

Slide 13 - Open question

hoe zeg je: de broer
A
un frère
B
la frère
C
le frère
D
les frères

Slide 14 - Quiz

een zwembad
het zwembad
de zwembaden
zwembaden
des piscines
la piscine
une piscine
les piscines
piscines

Slide 15 - Drag question

de moeder
een moeder
moeders
de moeders
des mères
la mère
les mères
une mère
mères

Slide 16 - Drag question

(het) ........ adresse
(het) .......... fille
(een) ........... soeur
(een) ...........   frère
(de) ......... pères
la
une
l'
les
un
le

Slide 17 - Drag question

(let op!!) hoe zeg je in het Frans :
campings

Slide 18 - Open question

Hoe ging het denk je? Waar moet je nog aan werken/ voor leren?

Slide 19 - Open question