Lezen 2.2 (Les uit NN)

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Lezen 

                    2.1 De indeling van teksten

                    2.2 Deelonderwerpen herkennen

                    2.3 Tekstverbanden en signaalwoorden

 

Terugblik

H1 Leesteksten verkennen afgerond

(onderwerp, hoofdgedachte, doel, publiek, betrouwbaarheid)

Vanwege de hoge kosten volgen veel kinderen van arme ouders een andere mbo-opleiding dan de eerste keuze was.

1. onderwerp
2. hoofdgedachte

Schoolkosten mbo

1. onderwerp
2. hoofdgedachte

1.1 Terugblik

• Het onderwerp schrijf je zo kort mogelijk (één of een paar woorden maar nooit een hele zin!) op

• De hoofdgedachte is een samenvatting van de tekst in 1 zin

1.2 Terugblik tekstdoelen

2.2 Lesdoel

Je herkent de deelonderwerpen van een tekst

Deelonderwerpen

Iedere alinea heeft zijn eigen onderwerp. Dit noem je deelonderwerpen.

• De deelonderwerpen van een tekst vind je door jezelf de vraag te stellen: Waar gaat deze alinea over?

De schrijver maakt soms gebruik van tussenkopjes om de deelonderwerpen aan te kondigen.

Lees de volgende tekst

De opdracht

• Wat is het onderwerp van de tekst?
• Hoeveel deelonderwerpen staan in de tekst? 
• Wat is het tekstdoel?
• Wat is de tekstsoort?

Ik heb de tekst niet helemaal precies doorgelezen, maar weet wat er .... in staat

1. eventueel
2. desnoods
3. globaal
4. doorgaans

Opdracht 3: Woordenschat

eventueel: zoals kan gebeuren, mogelijk

desnoods: als het echt nodig is

globaal: in grote lijnen, ongeveer

doorgaans: meestal, gewoonlijk

De autowegen worden .... goed onderhouden in Nederland.

1. eventueel
2. desnoods
3. globaal
4. doorgaans

Kun jij ... op de hond passen als ik weg moet?

1. eventueel
2. desnoods
3. globaal
4. doorgaans

Welk woord betekent ongeveer het tegenovergestelde?
Precies <->

1. eventueel
2. desnoods
3. globaal
4. doorgaans

Welk woord betekent ongeveer het tegenovergestelde?
Bijna nooit <->

1. eventueel
2. desnoods
3. globaal
4. doorgaans

Welk woord betekent ongeveer het tegenovergestelde?
Vast en zeker <->

1. eventueel
2. desnoods
3. globaal
4. doorgaans

Aan de slag

2.2 opdracht 2, 3 en de examenopdracht

KLAAR?

2.2 extra opdrachten