Nederlands BBL les 6 werkwoorden en spreken

Nederlands BBL P1 les 6
1 / 46
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands BBL P1 les 6

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Je weet hoe je kunt inloggen in Nieuwsbegrip zodat je zelf kunt oefenen;
Je hebt huiswerk 'tekst avocado' nagekeken
Je hebt geoefend met een korte presentatie en gelet op de opbouw;
Je weet de vervoeging van werkwoorden in de verleden tijd.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Op welk leesniveau wil je teksten oefenen in Nieuwsbegrip?

Standaard staan jullie op niveau C = 2F. Daar moet je dit jaar examen in doen.
Niveau D = 3F (voor niveau 4) Niveau B = 1F
A
Ik wil eerst op B oefenen, later op C
B
Ik wil op C oefenen
C
Ik kan goed lezen, wil graag niveau D proberen

Slide 4 - Quiz

huiswerk was....
Lees in Samengevat Lezen blz. 17 en 18
Luisteren blz. 37

Lees de tekst over avocado's. Markeer de kernzinnen. Markeer signaalwoorden (andere kleur)

Slide 5 - Slide

Welke signaalwoorden heb je zoal gevonden in de tekst over avocado's?
Noem 5 verschillende.

Slide 6 - Open question

Wat vind jij de belangrijkste dingen uit de tekst (samenvatting)? Mag kort in steekwoorden.

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Waarom worden avocado’s ook wel het ‘groene goud’ genoemd
A
Omdat er soms bossen worden gekapt.
B
Omdat er veel water voor nodig is
C
Omdat mensen er veel geld aan kunnen verdienen.
D
Omdat steeds meer boeren de vrucht telen.

Slide 10 - Quiz

Importeren
Exporteren
Telen
Pleiten voor
wegbrengen naar het buitenland om te verkopen, uitvoeren
binnenhalen uit het buitenland, invoeren

planten laten groeien

proberen om iets voor elkaar te krijgen (met woorden)

Slide 11 - Drag question

Nog even aan de slag met de signaalwoorden....

Slide 12 - Slide

Er worden steeds meer avocado’s gegeten, omdat ....

Slide 13 - Open question

Er worden steeds meer avocado’s gegeten, maar...

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Noteer wat punten die je als feedback
hebt gekregen.

Slide 19 - Open question

In Samengevat over Spreken
Bladzijde 96 t/m 100. Thuis lezen. Maak aantekeningen van dingen die nieuw voor je zijn.

Slide 20 - Slide

Nederlands BBL
werkwoorden in de verleden  tijd

Slide 21 - Slide

Hoe goed gaan bij jou de werkwoordsvormen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Verleden tijd
Voltooide tijd
Tegen-woordige tijd
Hij beantwoordde de vraag.
De vraag is beantwoord.
Beantwoord je de vraag?
Hij schrijft
Hij schreef
Hij heeft geschreven
Ze is gestart.
Maria startte
gewandeld
wandelde
wandelt

Slide 23 - Drag question

Slide 24 - Video

De verleden tijd

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Weet je het nog?
De verleden tijd gebruik je als iets in het verleden gebeurde. Dat kan lang geleden, maar ook een paar minuten geleden zijn.: Ik belde net met mijn zus.

Slide 27 - Slide

zwakke werkwoorden en sterke werkwoorden 


Sterke werkwoorden veranderen van klank 
(kopen-kochten- gekocht)

Zwakke werkwoorden krijgen
stam      + te of + de  (maakten   -  belden)

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

De kinderen.......... (fietsen) gisteren samen naar de bakker.
A
fietst
B
fietste
C
fietsten
D
fietstte

Slide 30 - Quiz

Jij ............... mijn bericht heel snel.
A
beantwoorde
B
beantwoordde
C
beantwoorden
D
beantwoordden

Slide 31 - Quiz

stam: beantwoord
laatste letter in 't ex kofschip?
NEE.
Dus: de
beantwoordde

Slide 32 - Slide

Hij .... (beantwoorden) de telefoon niet, hoe vaak ik hem ook belde.
A
beantwoordt
B
beantwoorde
C
beantwoordde
D
beantwoorden

Slide 33 - Quiz

wij .......... vlug de tijd.
A
noteerde
B
noteerdden
C
noteerden
D
weet niet

Slide 34 - Quiz

werkwoord: noteren stam: noteer
laatste letter in 'ex kofschip?
NEE.
Dus: + de
Noteerde

Slide 35 - Slide

.......... jij ook al dat de les niet doorging?
A
vermoede
B
vermoedde
C
vermoedden
D
weet niet

Slide 36 - Quiz

werkwoord vermoeden  stam: vermoed
laatste letter in 'ex kofschip?
NEE
Dus: de
vermoedde

Slide 37 - Slide

De docent ....... de hele les.
A
praat
B
praatte
C
praatten
D
praten

Slide 38 - Quiz

werkwoord: praten  Stam: praat
laatste letter in 't ex kofschip?
JA
Dus: te
praatte

Slide 39 - Slide

Wij ........... lekker voor onze gasten.
A
koken
B
kookte
C
kookten
D
weet niet

Slide 40 - Quiz

stam: kook
laatste letter in 't ex kofschip?
JA
dus: ten
kookten

Slide 41 - Slide

let op!
verhuizen
stam: verhuiz
Z veranderd in 's'
verhuisde

Slide 42 - Slide

en.. let op!
verven
stam: verv
'V' veranderd in 'f'
verfde

Slide 43 - Slide

Sterke werkwoorden: veranderen van klank

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Huiswerk voor 21 okt
Opdracht: Nieuwsbegrip online - uit archief: een tekst woordenschat lezen met oefeningen en de 'andere tekst' met oefeningen.
Lezen: Samengevat over Spreken  blz 96 t/m 100. Maak aantekeningen van wat nieuw voor je is.
Lezen: Samengevat over werkwoordspelling en hoofdletters en leestekens  blz. 112 t/m 120.   Als je wil oefenen: Beter Spellen!

Slide 46 - Slide