les 14

Deze les
Luisteren we naar presentaties of doe jij jouw presentatie.
oefenen we met woordenschat.
Weet je hoe je werkwoorden in de verleden tijd spelt.

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Deze les
Luisteren we naar presentaties of doe jij jouw presentatie.
oefenen we met woordenschat.
Weet je hoe je werkwoorden in de verleden tijd spelt.

Slide 1 - Slide

aantreffen =
A
tegenkomen
B
aantrekken
C
toevallig vinden
D
wwet niet

Slide 2 - Quiz

beheersen =
A
een werkwoord
B
een zelfstandig naamwoord
C
een bijvoeglijk naamwoord
D
weet niet

Slide 3 - Quiz

vermijden =
A
zorgen dat iets gebeurd
B
zorgen dat iets niet gebeurd
C
zien dat iets niet gebeurd
D
weet niet

Slide 4 - Quiz

de ondersteuning
klantgericht
betrokkenheid
interesse tonen
geven wat de klant nodig heeft
de hulp

Slide 5 - Drag question

Feedback =

Slide 6 - Open question

de cultuur
A
alle dingen die mensen zeggen
B
alle dingen die mensen doen
C
alle dingen die mensen denken
D
weet niet

Slide 7 - Quiz

veronderstellen =
A
een werkwoord
B
een zelfstandig naamwoord
C
een bijvoeglijk naamwoord
D
weet niet

Slide 8 - Quiz

Wat is de tegenwoordige tijd?
De student ...... de vraag van de docent.
A
vermijd
B
vermijdt
C
vermijde
D
weet niet

Slide 9 - Quiz

definitief =

Slide 10 - Open question

overbodig =
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
weet niet

Slide 11 - Quiz

schaars =
A
er is weinig van
B
er is veel van
C
er is genoeg van
D
weet niet

Slide 12 - Quiz



werkwoorden in de verleden tijd

Slide 13 - Slide

herhalen:
Wat is ook al weer 'de stam"?
Bekijk de volgende film.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Dan nu
de verleden tijd

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

ik
jullie
raadde
Tekst
geeuwden
proefde
vertrouwden

Slide 19 - Drag question

makkelijk?
dan gaan we een stapje verder....

Slide 20 - Slide

schrijf op een papier:
't exfokschaap

Slide 21 - Slide

Jij ............... mijn bericht heel snel.
A
beantwoorde
B
beantwoordde
C
beantwoorden
D
beantwoordden

Slide 22 - Quiz

stam: beantwoord
laatste letter in 't ex fokschip?
NEE.
Dus: de
beantwoordde

Slide 23 - Slide

wij .......... vlug de tijd.
A
noteerde
B
noteerdden
C
noteerden
D
weet niet

Slide 24 - Quiz

stam: noteer
laatste letter in 'ex fokschip?
NEE.
Dus: de
Noteerde

Slide 25 - Slide

.......... jij ook al dat de les niet doorging?
A
vermoede
B
vermoedde
C
vermoedden
D
weet niet

Slide 26 - Quiz

stam: vermoed
laatste letter in 'ex fokschip?
NEE
Dus: de
vermoedde

Slide 27 - Slide

de docent ....... de hele les.
A
praat
B
praatte
C
praatten
D
weet niet

Slide 28 - Quiz

Stam: praat
laatste letter in 't ex fokschip?
JA
Dus: te
praatte

Slide 29 - Slide

wij ........... lekker voor onze gasten.
A
koken
B
kookte
C
kookten
D
weet niet

Slide 30 - Quiz

stam: kook
laatste letter in 't ex fokschip?
JA
dus: ten
kookten

Slide 31 - Slide

let op!
verhuizen
stam: verhuiz
Z veranderd in 's'
verhuisde

Slide 32 - Slide

en.. let op!
verven
stam: verv
'V' veranderd in 'f'
verfde

Slide 33 - Slide

Nu nederlands
deel B
spelling 1.4 bladzijde 142
opdracht 

Slide 34 - Slide