werkwoorden in de verleden tijd



werkwoorden in de verleden tijd
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson



werkwoorden in de verleden tijd

Slide 1 - Slide

herhalen:
Wat is ook al weer 'de stam"?
Bekijk de volgende film.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Dan nu
de verleden tijd

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

ik
jullie
raadde
Tekst
geeuwden
proefde
vertrouwden

Slide 7 - Drag question

makkelijk?
dan gaan we een stapje verder....

Slide 8 - Slide

Jij ............... mijn bericht heel snel.
A
beantwoorde
B
beantwoordde
C
beantwoorden
D
beantwoordden

Slide 9 - Quiz

stam: beantwoord
laatste letter in 't ex fokschip?
NEE.
Dus: de
beantwoordde

Slide 10 - Slide

wij .......... vlug de tijd.
A
noteerde
B
noteerdden
C
noteerden
D
weet niet

Slide 11 - Quiz

stam: noteer
laatste letter in 'ex fokschip'?
NEE.
Dus: de
Noteerde

Slide 12 - Slide

.......... jij ook al dat de les niet doorging?
A
vermoede
B
vermoedde
C
vermoedden
D
weet niet

Slide 13 - Quiz

stam: vermoed
laatste letter in 'ex fokschip?
NEE
Dus: de
vermoedde

Slide 14 - Slide

de docent ....... de hele les.
A
praat
B
praatte
C
praatten
D
weet niet

Slide 15 - Quiz

Stam: praat
laatste letter in 't ex fokschip?
JA
Dus: te
praatte

Slide 16 - Slide

wij ........... lekker voor onze gasten.
A
koken
B
kookte
C
kookten
D
weet niet

Slide 17 - Quiz

stam: kook
laatste letter in 't ex fokschip?
JA
dus: ten
kookten

Slide 18 - Slide

let op!
verhuizen
stam: verhuiz
Z veranderd in 's'
verhuisde

Slide 19 - Slide

en.. let op!
verven
stam: verv
'V' veranderd in 'f'
verfde

Slide 20 - Slide

Nu Nederlands
deel B
grammatica en spelling
3.2

Slide 21 - Slide