Les 14, H + leerles (13-11) A1A

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.

Ga lezen in je Nederlands boek of steek je vinger op voor een nieuwe woordzoeker.

Aujourd'hui, c'est mercredi

A1A

Le programme:

- H, grammaire herhalen

- Leertijd voor proefwerk + extra uitleg

Les buts (leerdoelen):

- Aan het einde van de les ken je de persoonlijk voornaamwoorden 

- Aan het einde van de les kun je het werkwoord 'avoir' (hebben) gebruiken

- Aan het einde van de les heb je geleerd voor het proefwerk

Est-ce que tout le monde est présent?

- Zijn we compleet? Wie missen we?

H, grammaire

(het persoonlijk voornaamwoord + avoir (hebben)

Wat weet je nog van de vorige les?

H, grammaire

Tijdens MO heb je hier een start meegemaakt. Vandaag gaan we het herhalen.

Ouvre le livre à la page 48

Koppel je laptop met de LessonUp!

Video 1

Het persoonlijk voornaamwoord

Aantekening 'het persoonlijk voornaamwoord':

Open je aantekeningenschrift en schrijf mee.

Even oefenen...

Schrijf de antwoorden in je schrift.

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord:
ik

1. tu
2. je
3. il
4. elles

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord:
hij

1. ils
2. elle
3. il
4. vous

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord:
wij

1. vous
2. je
3. on / nous
4. nous

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord:
zij (meervoud)

1. elles
2. elle

Welk persoonlijk voornaamwoord gebruik je voor 'de vrienden'

1. je
2. vous
3. tu
4. ils

Video 2

Het werkwoord avoir (hebben)

Aantekening 'avoir (hebben)':

Open je aantekeningenschrift en schrijf mee.

Kies de juiste vorm van avoir:
Nous ........ un chat

1. avons
2. avez
3. a
4. ai

Kies de juiste vorm van avoir:
Tu ........ un livre.

1. ai
2. as
3. a
4. ont

Vul de juiste vorm van 'avoir' in:
Elle ...... une pizza.

Vul de juiste vorm van 'avoir' in:
Vous ...... une voiture?.

Vul de juiste vorm van 'avoir' in:
Tu ...... une pomme?

Vul de juiste vorm van 'avoir' in:
Mes soeurs ....... un livre.

Questions?

Zijn er nog vragen over grammaire H?

Au travail:

Quoi (wat)? Ga leren voor het PW van volgende week.

Comment (hoe)? Individuellement en silence

Wil je extra uitleg van grammatica? Geef het aan!

Blooket gram H??

avoir + pers vnw.

Les devoirs (huiswerk):

- Leren voor het proefwerk van maandag

Parler en français:

• Comment tu t'appelles?
• Tu as quel âge?
• ...... 

Tijdens het Frans spreken luisteren we naar elkaar en lachen we elkaar nooit uit!

A, lire 

Ouvre le livre à la page .....

Au travail:

Quoi (wat)? Fais exercice 2B, 4, 6ABC en 7A

Comment (hoe)? Individuellement ou ensemble en 2 (fluisteren)

Temps (tijd)? Tot het einde van de les

Prêt (klaar)? Apprendre vocabulaire A (Slim stampen)