Oppervlaket inhoud

1 / 27
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is de
oppervlakte
van deze kamer?
A
10 m²
B
16 m²
C
20 m²
D
15 m²

Slide 2 - Quiz

Hoe gingen vragen over het domein meten en meetkunde (omtrek, oppervlakte, inhoud, tijd enz.)
A
Goed
B
Voldoende
C
Slecht

Slide 3 - Quiz

Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 4 - Quiz

De oppervlakte druk ik uit in?
A
m2
B
m
C
m3

Slide 5 - Quiz

Oppervlakte betekent
A
De oppervlakte bepaalt bijvoorbeeld hoeveel mest je nodig hebt
B
De oppervlakte van een tuin bepaalt hoe lang het hek is dat je eromheen kunt zetten

Slide 6 - Quiz

Wat
is de
oppervlakte?
A
35
B
300
C
60
D
70

Slide 7 - Quiz

Wat is de oppervlakte?
A
30
B
24
C
36
D
geen idee

Slide 8 - Quiz


Wat is de oppervlakte van de hele verdieping?
A
2 m²
B
8 m²
C
40 m²
D
42 m²

Slide 9 - Quiz

Oppervlakte berekenen
A
Heel makkelijk
B
Makkelijk
C
Beetje makkelijk, beetje moeilijk
D
Moeilijk. Help!

Slide 10 - Quiz

De oppervlakte van een muur meet je in:
A
liter
B
vierkante meter
C
kubieke meter
D
centimeter

Slide 11 - Quiz

De hokjes zijn 2 m bij 2 m.

Hoeveel m² is de oppervlakte van de gekleurde figuur?
A
16 m²
B
32 m²
C
64 m²
D
128 m²

Slide 12 - Quiz

Wat is de oppervlakte van
de vier zijkanten samen?
A
144m²
B
324m²
C
576m²
D
1296m²

Slide 13 - Quiz

Danique huurt een partytent voor
een feest met buffet voor 60 personen.
Hoeveel vierkante meter (m2) moet
de oppervlakte van de partytent zijn
volgens deze referentiematen?
Zie tabel.
A
60m²
B
70m²
C
80m²
D
90m²

Slide 14 - Quiz

Danique huurt de partytent met de
oppervlakte die minimaal voor haar
feest nodig is.

Welke partytent huurt Danique?
A
8x8 m
B
8x10 m
C
8x13 m
D
10x5 m

Slide 15 - Quiz

Wat is de
totale oppervlakte
van deze balk?
A
26 m²
B
32 m²
C
52 m²
D
40 m²

Slide 16 - Quiz

Ik kan de oppervlakte van een object uitrekenen m.b.v. referentiematen
A
Helemaal niet
B
Nog niet
C
Zeker wel
D
Helemaal zeker wel

Slide 17 - Quiz

Wat is het resultaat van de inhoud som van een piramide met lengte 6cm, breedte 4cm en hoogte 10cm?
A
80cm³
B
40cm³
C
60cm³
D
100cm³

Slide 18 - Quiz

Wat is de formule voor het berekenen van de inhoud som van een cilinder?
A
π x straal² x hoogte
B
straal / hoogte x π
C
straal x hoogte x π
D
straal + hoogte x π

Slide 19 - Quiz

Wat is de juiste eenheid voor de inhoud som van een driehoekige prisma?
A
cm
B
cm³
C
cm² x cm
D
cm²

Slide 20 - Quiz

Wat is de formule voor het berekenen van de inhoud som van een kubus?
A
zijde / zijde / zijde
B
zijde + zijde + zijde
C
zijde - zijde - zijde
D
zijde x zijde x zijde

Slide 21 - Quiz

Waar wordt het begrip 'inhoud' vaak gebruikt?
A
In grammaticale regels.
B
In muzieknotatie.
C
In de context van volume berekeningen.
D
In politieke debatten.

Slide 22 - Quiz

Wat is de eenheid van oppervlakte?
A
Vierkante meter
B
Kubieke meter
C
Centimeter
D
Liter

Slide 23 - Quiz

Wat is de oppervlakte van een vierkant met zijden van 5 meter?
A
15 vierkante meter
B
20 vierkante meter
C
25 vierkante meter
D
30 vierkante meter

Slide 24 - Quiz

Wat is de formule voor het berekenen van oppervlakte?
A
Hoogte x Lengte
B
Omtrek gedeeld door 2
C
Lengte x Breedte
D
Breedte x Hoogte

Slide 25 - Quiz

Wat is de oppervlakte van een rechthoek met lengte 8 meter en breedte 4 meter?
A
28 vierkante meter
B
36 vierkante meter
C
32 vierkante meter
D
30 vierkante meter

Slide 26 - Quiz

Wat is het resultaat van de inhoud som van een rechthoek met lengte 5cm, breedte 3cm en hoogte 4cm?
A
60cm³
B
45cm³
C
35cm³
D
20cm³

Slide 27 - Quiz