This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Referentiematen
ter voorbereiding op examen nieuwe rekeneisen
Slide 1 - Slide
Lesdoelen van vandaag:
Ik kan schattingen maken met referentiematen.
Ik kan rekenen met referentiematen.
Slide 2 - Slide
Referentiematen gewicht
Slide 3 - Slide
Referentiematen
Slide 4 - Slide
Referentiematen inhoud
Slide 5 - Slide
1.6 referentiematen
Slide 6 - Slide
Allerlei referentiematen
Inhoud
Slide 7 - Slide
Om schattingen te kunnen maken is het belangrijk bekende aantallen en hoeveelheden te weten. Zo’n maat heet een referentiemaat.
Om oppervlakte of inhoud te schatten gebruik je vaak referentiematen voor lengte.
Een aantal belangrijke referentiematen voor lengte zijn:
Een volwassen man is ongeveer 1,80 m lang.
De hoogte van een deur is ongeveer 2 m.
Een verdieping van een gebouw is ongeveer 3 m hoog.
Slide 8 - Slide
Naast de referentiematen voor lengte, zijn er ook referentiematen voor oppervlakte en inhoud.
Een aantal belangrijke referentiematen voor oppervlakte en inhoud zijn:
De oppervlakte van een voetbalveld is 0,5 ha (50 × 100 m).
De inhoud van een kopje is 200 mL.
De inhoud van een pak melk is 1 liter.
De inhoud van een emmer is 10 liter
Slide 9 - Slide
Naast de referentiematen die hierboven staan, kun je ook een maat die jij kent als referentie gebruiken.
Het gebouw heeft vier verdiepingen.
Een verdieping is ongeveer 3 m hoog.
Het gebouw is ongeveer 4 × 3 = 12 m hoog.
Het gebouw is iets breder dan hoog.
Het gebouw is ongeveer 15 m breed.
Het gebouw is ongeveer 15 m lang.
De inhoud van het gebouw is ongeveer: 15 × 15 × 12 = 2700 m3.
Slide 10 - Slide
Je staat bij deze paddenstoel. Je ben om 13:45 uur vertrokken vanaf de veerboot. Je loopt naar de Kobbeduinen. Hoe laat kom je daar ongeveer aan?
referentiemaat: je loopt 5 km/u
A
kwart voor twee
B
kwart over twee
C
kwart voor drie
D
kwart over drie
Slide 11 - Quiz
Deze glazen kubus staat in Malaga. Hoe hoog is een zijkant van deze kubus?
A
6
B
12
C
18
D
24
Slide 12 - Quiz
Wat is de oppervlakte van de vier zijkanten samen?
A
144m²
B
324m²
C
576m²
D
1296m²
Slide 13 - Quiz
Danique huurt een partytent voor een feest met buffet voor 60 personen. Hoeveel vierkante meter (m2) moet de oppervlakte van de partytent zijn volgens deze referentiematen? Zie tabel.
A
60m²
B
70m²
C
80m²
D
90m²
Slide 14 - Quiz
Danique huurt de partytent met de oppervlakte die minimaal voor haar feest nodig is.
Welke partytent huurt Danique?
A
8x8 m
B
8x10 m
C
8x13 m
D
10x5 m
Slide 15 - Quiz
Wat hebben we geleerd?
Slide 16 - Slide
Ik weet wat referentiematen zijn.
A
Helemaal niet
B
Nog niet
C
Zeker wel
D
Heel zeker wel
Slide 17 - Quiz
Ik kan nu rekenen met referentiematen.
A
Helemaal niet
B
Nog niet
C
Zeker wel
D
Helemaal zeker wel
Slide 18 - Quiz
Ik kan de oppervlakte van een object uitrekenen m.b.v. referentiematen
A
Helemaal niet
B
Nog niet
C
Zeker wel
D
Helemaal zeker wel
Slide 19 - Quiz
Ik kan de inhoud van een object uitrekenen m.b.v. referentiematen
A
Helemaal niet
B
Nog niet
C
Zeker wel
D
Helemaal zeker wel
Slide 20 - Quiz
Ik heb de volgende keer meer uitleg nodig om rekenen met referentiematen te begrijpen.