Toets T1 B 1MH (niet af)

Toets T1 B 1MH
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Toets T1 B 1MH

Slide 1 - Slide

Als een hert een gewei krijgt, noem je dat ontwikkeling.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Bij een plant komt het levensverschijnsel uitscheiden niet voor.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

De fysiotherapeut kijkt goed naar bewegen.

Bewegen is een van de levenskenmerken.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

De fysiotherapeut kijkt ook goed naar hoe mensen lopen.

Mensen zijn teengangers.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

De eerste blaadjes in een kiemplant zijn de zaadlobben.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

De levenscyclus van een tomatenplant eindigt als die plant doodgaat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Fotosynthese kan plaatsvinden in planten, dieren en mensen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Watervogels zoals de wilde eend hebben een zeefsnavel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Bij vissen zijn de schubben van de huid bedekt met een laag slijm om de weerstand in het water zo klein mogelijk te maken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Een plant met veel wortels komt voor in een vochtige omgeving.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Stelling 1: Een giraffe is een organisme.
Stelling 2: Een pissebed is een organisme.
Stelling 3: Een hagelsteen is een organisme.

A
A Alle stellingen zijn juist.
B
Stellingen 1 en 2 zijn juist.
C
Stellingen 2 en 3 zijn juist.
D
Stellingen 1 en 3 zijn juist.

Slide 12 - Quiz

Welke organismen in deze afbeelding vertonen levenskenmerken?
A
Aleen de vlinder.
B
Alleen de bloem.
C
De vlinder en de bloem.

Slide 13 - Quiz

Is deze sneeuwpop levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 14 - Quiz

Wat is de functie van deel 3?
A
Met deel 3 zat de boon vast in de vrucht.
B
Via deel 3 neemt de boon water op bij de kieming.
C
Deel 3 beschermt de boon tegen uitdroging.
D
Deel 3 dient als voedsel voor de kiem.

Slide 15 - Quiz

Welk deel van een bruine boon beschermt het zaad tegen insecten?
A
De kiem.
B
De navel.
C
Het poortje.
D
De zaadhuid.

Slide 16 - Quiz

Hoeveel keer zie je bij een mens een groeispurt?
A
1x
B
2x
C
3x
D
4x

Slide 17 - Quiz

Hoe noem je een persoon van 5 jaar?
A
Een kleuter.
B
Een peuter.
C
Een schoolkind.

Slide 18 - Quiz