les 15 thema 1 hv1b woe

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom

Mobiel uitzetten en in de tas doen.

Rustig op je eigen plek gaan zitten.

Je schrift en etui op tafel leggen.

Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.

Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

Deze les

-Laatste les voor de toets.

Dus: zorgen dat alles duidelijk is en dat alle opdrachten zijn gemaakt.   

Wat was lastig in samenhang en afsluiting?

Oefenen voor de toets.

A -Mindmap maken.

B -Zelf een toets maken met 2 vragen per paragraaf en die dan ruilen met iemand anders en dan maak je elkaars toets.

C -Alle opdrachten nog afmaken.

D -Mee doen met vragen in de lessonup.

1. Mindmap maken
2. Zelf een toets maken
3. Alle opdrachten afmaken
4. Vragen in de lessonup

Kleuters leren spelletjes doen via het internet. Welke ontwikkeling is dit?

1. Geestelijk
2. Motorisch
3. Lichamelijk
4. Geestelijk en motorisch

In welk stadium bevindt een koolwitje zich in een cocon?

1. Ei
2. Imago
3. Pop
4. Rups

Welk gas uit de lucht is nodig om voedsel in een blad te maken?

1. Koolstofdioxide
2. Stikstofgas
3. Zuurstof
4. Zwavelgas

In welk deel van de plant kan fotosynthese plaatsvinden?

1. Bruine stengel
2. Groene stengel
3. Gele bloemen
4. Wortels

Bij een plant komt het levensverschijnsel bewegen niet voor.

1. Juist
2. Onjuist

Stelling 1: Een luipaard is een organisme.
Stelling 2: Een rivierkreeft is een organisme.
Stelling 3: Een sneeuwvlok is een organisme.

1. Alle stellingen zijn juist
2. Stelling 1 en 2 zijn juist
3. Stelling 2 en 3 zijn juist
4. Stelling 1 en 3 zijn juist

Welke organismen in deze afbeelding vertonen levenskenmerken?

1. Alleen de hommel
2. Alleen de bloem
3. De hommel en de bloem

Wat is de functie van deel 2?

1. Met deel 2 zat de boon vast in de vrucht.
2. Via deel 2 neemt de boon water op bij de kieming
3. Deel 2 beschermt de boon tegen uitdroging.
4. Deel 2 dient als voedsel voor de kiem.

Welk deel van een bruine boon beschermt het zaad tegen insecten?

1. Poortje
2. Kiem
3. Zaadhuid
4. Navel

Emmie zegt: 'Bij vlinders komen larven voor.'
Noortje zegt: 'Bij vogels komen larven voor.'

1. Alleen Emmie heeft gelijk
2. Alleen Noortje heeft gelijk
3. Emmie en Noortje hebben allebei gelijk
4. Geen van beiden hebben gelijk

Als je deze groente eet, welke delen van een plant eet je dan?

1. Bladeren
2. Wortels
3. Stengels
4. Vruchten

Iemand die begint met type-les heeft vaak moeite met het aanslaan van de juiste toetsen. Na veel oefenen wordt het steeds makkelijker om de juiste toetsen te vinden.
Door welk soort ontwikkeling komt dat?

1. Motorische ontwikkeling  
2. Geestelijke ontwikkeling
3. Lichamelijke ontwikkeling

Bij welk dier komt een stadium voor dat rups wordt genoemd?

Noem twee levensverschijnselen die te maken hebben met het reageren op de omgeving.

In welke levensfase eet een bruine kikker vooral insecten?

Hieronder staat een schema van de fotosynthese:
(1) + koolstofdioxide + licht -> (4) + zuurstof.
Vul het woord in dat er moet staan op plaats 1

Hieronder staat een schema van de fotosynthese:
(1) + koolstofdioxide + licht -> (4) + zuurstof.
Vul het woord in dat er moet staan op plaats 4

Watervogels zoals een zwaan hebben een zeefsnavel

1. Juist
2. Onjuist

Bij vissen zijn de schubben van de huid bedekt met een laag slijm om de weerstand in het water zo groot mogelijk te maken

1. Juist
2. Onjuist

Een plant met veel wortels komt voor in een vochtige omgeving

1. Juist
2. Onjuist

Hoe gebruikt deze vogel zijn snavel bij het verkrijgen van voedsel?

1. Deze vogel zeeft met zijn snavel kleine plantjes en diertjes uit het water.
2. Deze vogel verscheurt met zijn snavel een prooi die hij heeft gevangen.
3. Deze vogel prikt met zijn snavel in de bodem naar bodemdiertjes.
4. Deze vogel kraakt met zijn snavel noten en harde zaden.

In een bepaald gebied komen alleen planten voor met dikke, kleine bladeren.
In welk van de volgende klimaten ligt dat gebied waarschijnlijk?

1. In een vochtig en warm klimaat.
2. In een koud en vochtig klimaat.
3. In een droog en warm klimaat.

zoolganger

teenganger

topganger

Plaats het voedsel bij de juiste snavel.

haak snavel

pincetsnavel

priemsnavel

kegelsnavel

zeefsnavel

wormen uit de bodem

insecten en kleine zaden

zaden
en bessen

waterplanten en -dieren

vlees

Sleepvraag

Vraag: Hebben jullie goed op de video gelet? Welk voedsel hoort bij welke snavel?

Doe: Sleep het voedsel naar de juiste snavel. 

Vraag: Waarom heeft iedere vogel een andere snavel?

Antwoord: Iedere soort vogel eet andere dingen. De snavels zijn zo gebouwd dat ze het voedsel dat de vogel eet makkelijk kunnen vastpakken, vangen, plukken of oprapen

Nu komen er omschrijvingen en moet je het juiste woord noteren.

volwassen vlinder

persoon van 16 tot 21 jaar; tijdens deze periode wordt de persoon geheel zelfstandig

onderdeel van een zaad waarin voedingsstoffen opgeslagen zijn die verbruikt worden tijdens de kieming

proces waarbij de bouw van een organisme verandert

stoffen waarvan producten worden gemaakt (vwo)

energierijke stof die een plant aanmaakt door fotosynthese

proces waarbij een plant glucose maakt met behulp van energie uit zonlicht

een dier dat op de toppen van zijn tenen loopt

periode van snelle groei

het beginsel van een nieuwe plant

plaats waar het zaad water opneemt

omhulsel dat een rups heeft tijdens de metamorfose

een jong dier dat nog geen metamorfose is ondergaan

brandstoffen die zijn gevormd uit resten van dode organismen die miljoenen jaren geleden in de zeebodem terecht zijn gekomen (vwo)

iets wat nooit heeft geleefd

proces waarbij een zaad water opneemt

ontwikkeling van jong tot volwassen organisme

Welke leerdoelen beheers je wel en welke niet?

Ga nu zelf nog even leren (dat wat je niet wist) voor de toets.

Extra uitleg

Herhaling/oefenen

Wat is biologie

Tekenen bij biologie

Bruine boon

Koolwitje

Kikker

Kikker 2

Heel thema 1

Snapput thema 1 klas 1

Fotosynthese

Verdieping

Dood en levenloos (organische stoffen)

Bescherming tegen kou

Lotte van 0 tot 18 jaar

Afsluiting.

Zorg dat alles van thema 1 uiterlijk donderdagavond 20.00 uur af is!

(Denk aan de beloning bij de toets)

Neem volgende les een opgeladen laptop mee voor de toets!

Pak nu  je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.

Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.