This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Plattegrond
Slide 1 - Slide
Tijdens het zelfstandig werken mogen jullie oortjes in
Als je naam hier staat :)
Doe nu wel eerst je telefoon in de telefoontas
Slide 2 - Slide
Wat wil ik zien
Zelfstandig werken: Je praat op een fluisterniveau met degene naast je. Dit betekent dat hij/zij je kan verstaan, maar iemand anders niet. Je bent actief aan het werk, dit zie ik doordat je je boek open hebt en de antwoorden in je schrift zet.
Dit gaat al heel goed! Ga zo door.
Slide 3 - Slide
Afspraken
Na waarschuwing toch nog kauwgom in? --> Kauwgom krabben
Naam op het bord = waarschuwing
Streepje = strafwerk
Twee streepjes = gele brief
Bij goed werken kan je naam altijd van het bord.
Slide 4 - Slide
Taalverzorging hoofdstuk 3
Slide 5 - Slide
Je kunt woordsoorten benoemen
Je kunt van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord maken
Slide 6 - Slide
Woordsoorten
Neem de tabel over en vul in, zet in de tweede kolom voorbeelden
Werkwoord
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Voorzetsel
Voegwoord
Slide 7 - Slide
Maak de opdrachten van hoofdstuk 3: Woordsoorten
Vragen? Stel ze gerust
Je kunt ook zachtjes overleggen
timer
20:00
Slide 8 - Slide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Slide 9 - Slide
infinitief
voltooid deelwoord
bijvoeglijk naamwoord
mesten
Het veld is gemest.
Het gemeste veld
huren
het huis is gehuurd.
het gehuurde huis
doden
het dier is gedood.
het gedode dier
redden
Het hert is gered.
Het geredde hert
lopen
De route is gelopen.
De gelopen route
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Slide 10 - Slide
Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je ...
A
Zo lang mogelijk
B
Zo kort mogelijk
Slide 11 - Quiz
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord. Welke is juist gespeld?
A
De verlote prijs
B
De verlootte prijs
Slide 12 - Quiz
Schrijf het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord op.
de (verwoesten) stad
Slide 13 - Open question
De kerktoren is verlicht. De _____ kerktoren.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 14 - Open question
De vogel is opgezet. De _____ vogel.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 15 - Open question
Schrijf het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord op.
het (verbouwen) huis
Slide 16 - Open question
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
Dat zijn namen van mensen, dieren of dingen.
B
Dat zegt iets over zelfstandige naamwoorden.
C
Dat is een werkwoord.
Slide 17 - Quiz
Maak de opdrachten van hoofdstuk 3: Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Vragen? Stel ze gerust
Je kunt ook zachtjes overleggen
Klaar? Alle opdrachten taalverzorging H3 moeten af voor morgen