Voltooid deelwoord

Taalverzorging hoofdstuk 4
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare school

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Taalverzorging hoofdstuk 4

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Planning periode 2
  • Doelen van het hoofdstuk
  • Terugblik
  • Uitleg
  • Opdrachten
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Periode 2
  • Week 8
    Afronden lezen + woordenschat en start taalverzorging
  • Week 9 
    Carnavalsvakantie
  • Week 10
  • Afronden taalverzorging 

Slide 3 - Slide

Periode 2
  • Week 11
    Fictie opdracht (boek uit!) + toets hoofdstuk 4
  • Week 12
    Toetsweek
  • Week 13
    Projectweek

Slide 4 - Slide

Doelen van het hoofdstuk
  • Aan het einde van dit hoofdstuk weet je hoe je een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt.

Slide 5 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
  • Zegt iets over het zelfstandig naamwoord (zn)
  • Kan voor en achter een zelfstandig naamwoord 
    (zn) staan. 
  • Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord (st. bn)
  • Zeggen waar iets van gemaakt is

Slide 6 - Slide

Voltooid deelwoord
Een werkwoord kan ook als bijvoeglijk naamwoord gebruikt worden. Hiervoor gebruik je een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
  • Voltooid deelwoord
    Mijn moeder heeft onze auto gewassen.
    Gewassen is het ding dat gedaan is.
  • Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
    Mijn moeder rijdt in de gewassen auto.
    Gewassen zegt iets over de auto.

Slide 7 - Slide

Voltooid deelwoord
  • Voltooid deelwoord
    De aardappels zijn aangebrand.
    Aangebrand geeft aan wat er is gebeurd.
  • Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
    De aangebrande aardappels zijn heel vies.
    Aangebrand zegt iets over de aardappels. 

Slide 8 - Slide

Voltooid deelwoord
  • Voltooid deelwoord
    De toneelspeler is verkleed.
    Verkleed geeft aan wat er is gebeurd.
  • Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
    De verklede toneelspeler krijgt applaus.
    Verklede zegt iets over de toneelspeler.

Slide 9 - Slide

Voltooid deelwoord
  • Voltooid deelwoord
    De toneelspeler is verkleed.
    Verkleed geeft aan wat er is gebeurd.
  • Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
    De verklede toneelspeler krijgt applaus.
    Verklede zegt iets over de toneelspeler.

Slide 10 - Slide

Voltooid deelwoord
Gebruik alleen een extra -t of -d als deze nodig is voor de uitspraak!
  • Voltooid deelwoord
    De tomaten zijn verrot.
    Verrot geeft aan wat er is gebeurd. 
  • Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
    Ik heb de verrotte tomaten weggegooid.
    Verrotte zegt iets over de tomaten

Slide 11 - Slide

Voltooid deelwoord
Gebruik alleen een extra -t of -d als deze nodig is voor de uitspraak!
  • Voltooid deelwoord
    Het hert is gered.
    Gered geeft aan wat er is gebeurd. 
  • Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
    Het geredde hert vluchtte het bos in.
    Geredde zicht iets over het hert.

Slide 12 - Slide

Aan het werk
  • Wat?   Taalverzorging spelling
  • Wanneer?    In de les
  • Waarom?     Woordsoorten kennen helpt bij een goede zinsbouw.
  • Hoe?   Zachtjes overleggen of in stilte
  • Klaar?   Nakijken

Slide 13 - Slide

Huiswerk
  • Weektaak
  • Maandag 09-03-2020 is het
    leesboek uit!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide