r. 19- 21
Simili reverentia, Caesar,
non apud Genium tuum
bonitati tuae gratias agi,
sed apud numen Iovis Optimi Maximi
pateris:
illi debere nos,
quidquid tibi debeamus,
illius, quod bene facias, muneris esse,
qui te dedit.
met gelijke eerbied, Caesar,
[staat u] niet [toe] [dat er] bij uw Genius
voor uw goedheid dank wordt betuigd
maar bij de goddelijke macht van J. O. M.
staat u toe
[ u meent dat wij aan hem... ]
aan hem hebben wij te danken,
alles dat wij aan u te danken hebben
van hem, alles dat u goed doet, een geschenk is
dat hij u heeft gegeven.