H1 introduction unité 4

H1B
Lester
Riley
Elena
Yasmin
Luca
Finn
Monique
Jasmine
Fleur
Sequoyah
Tiego
Raf
Luuk 
Armaan
Julian
Youp
Jaimy
Nikolai
Dylano
Seana
Bernella
Lyris
Timo
Valentijn
Steef
Jayden
Mick
Rivano
Docent
1 / 42
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1B
Lester
Riley
Elena
Yasmin
Luca
Finn
Monique
Jasmine
Fleur
Sequoyah
Tiego
Raf
Luuk 
Armaan
Julian
Youp
Jaimy
Nikolai
Dylano
Seana
Bernella
Lyris
Timo
Valentijn
Steef
Jayden
Mick
Rivano
Docent

Slide 1 - Slide

H1A
Pepijn
Lucas
Stan
Micha
Youri
Kyra
Nienke S
Luuk
Benyamin
Farah
Odenza
Thijs
Daiyaan
Quinten
Benjamin
Daniel
Mike
Nikki
Chloé
Evy
Faiza
Nienke R
Noor
Quint
Ali
Noud
Ché
Docent

Slide 2 - Slide

H1E
Danique
Carlijn
Laurens
Cebrian
Sven
Tobias
Danielle
Stefanie
Jayden
Colin
Ola
Elise
Konrad
Fintan
Jase
Isabel
Kaya
Lilly
Joan
Stas
Jessy
Lois
Zoe
Luca
Senna
Yash
Lucas
Rodrigo
Docent

Slide 3 - Slide

H1C
Koen
Jayden
Lisa
Fay
Bradley
Khaled
Laura
Marley
Milou
Aniek
Luuk
Jay
Jurre
Wessel
Ramon
Sven
Dylano
Stijn
Lana
Josh
Kyano
Johnny
Aiden
Jens
Levi
Docent

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Planning
"Ik weet wat ongeveer de planning is voor deze periode  bij Frans."
  1. toets unité 4 in week 14; 1 april ! Apprendre 1 t/m 10 +luistervaardigheid


Slide 6 - Slide

Project vlog
Khaled
Koen
Dylano
Fay
Marley
Bradley
Milou
Wessel

Slide 7 - Slide

Aujourd’hui, c’est mercredi  28 février

Le but du jour:
Je kunt begrijpen wat David over zijn huis vertelt.

Menu du jour:
Introductie Unité 4 
Regarder
Start Lire




Slide 8 - Slide

Leerdoelen
Na deze unité kun je
  1. Een eenvoudige vlog over wonen begrijpen
  2. Teksten begrijpen over Franse jongeren en hoe zij wonen
  3. Korte gesprekken over de weg wijzen en wonen begrijpen
  4. Vertellen hoe je kamer eruit ziet
  5. Je kamer, je huis en je woonomgeving beschrijven

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Introduction de l'unité 4
Lees in stilte 

Quiz sur les pages 110-111

timer
5:00

Slide 11 - Slide

De titel van unité 4 is:
Tu habites où?
Wat betekent dit?

Slide 12 - Open question

75% van de Fransen woont in de stad.
Waarom?

Slide 13 - Open question

Wat zijn banlieues?

Slide 14 - Open question

Wonen veel mensen in het centrum van de stad in een vrijstaand huis?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Noem naast Parijs nog een grote stad in Frankrijk.

Slide 16 - Open question

Noem drie Franse regio’s.

Slide 17 - Open question

Régions en France

Slide 18 - Slide

La maison

Slide 19 - Open question

La cuisine

Slide 20 - Open question

la fenêtre

Slide 21 - Open question

l´escalier

Slide 22 - Open question

le lit

Slide 23 - Open question

l´acenseur

Slide 24 - Open question

de slaapkamer

Slide 25 - Open question

de badkamer

Slide 26 - Open question

Het dorp

Slide 27 - Open question

de bakker

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Video

Regarder 
Doel : je kumt begrijpen wat David over zijn huis vertelt en hoe je in het Frans de weg wijst.
Exercice 1 compréhension globale

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Link

Devoirs
Vous faites( jullie maken): les exercices:3,4,5 et 6 à la page 113/114/116
Apprendre( leren) : appr. 1 et 2 à la page 35

Slide 32 - Slide

Grammaire
  1. Vandaag leren we een nieuw werkwoord...
  2. Welke kennen jullie al???
  3. Être (zijn)
  4. Avoir (hebben)
  5. Regelmatige ww -ER (zoals parler, regarder, écouter, aimer)
  6. Het nieuwe werkwoord is aller, dan kan je vertellen waar je naartoe gaat.

Slide 33 - Slide

Le verbe ALLER
Je vais                Ik ga
Tu vas                 Jij gaat
Il/elle va             Hij/zij gaat 
Nous allons      Wij gaan
Vous allez         Jullie gaan
Ils/elles vont    Zij gaan

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

ergens naartoe gaan...
aller à = gaan naar

Achter het vorige rijtje zet je dus gewoon à.

Je vais à            Ik ga naar
Il va à                  Hij gaat naar
Vous allez à     Jullie gaan naar

Slide 36 - Slide

Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Ils ...... en ville.
A
vont
B
vas
C
va
D
vais

Slide 37 - Quiz

Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Nous ..... manger.
A
vont
B
va
C
allons
D
allez

Slide 38 - Quiz

Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Tu ..... au cinéma?
A
vont
B
vas
C
vais
D
va

Slide 39 - Quiz

Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Elle ..... à la maison.

Slide 40 - Open question

Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Je ..... faire du tennis.

Slide 41 - Open question

Questions???

Leren : Apprendre 1,2 en 3
***

Slide 42 - Slide