22.1.1 - Aller

Bonjour
  1. Vandaag herhalen we een nieuw werkwoord...
  2. Welke kennen jullie al???
  3. Être (zijn)        en       Avoir (hebben)
  4. Regelmatige ww -ER (zoals parler, regarder, écouter, aimer)
  5. Het nieuwe werkwoord is aller, dan kan je vertellen waar je naartoe gaat. In het Frans heb je deze ook nodig voor de Futur Proche. 

1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Bonjour
  1. Vandaag herhalen we een nieuw werkwoord...
  2. Welke kennen jullie al???
  3. Être (zijn)        en       Avoir (hebben)
  4. Regelmatige ww -ER (zoals parler, regarder, écouter, aimer)
  5. Het nieuwe werkwoord is aller, dan kan je vertellen waar je naartoe gaat. In het Frans heb je deze ook nodig voor de Futur Proche. 

Slide 1 - Slide

Le verbe ALLER
Je vais                Ik ga
Tu vas                 Jij gaat
Il/elle va             Hij/zij gaat 
Nous allons      Wij gaan
Vous allez         Jullie gaan
Ils/elles vont    Zij gaan

Slide 2 - Slide

Le verbe ALLER
Je suis allé(e)                         Ik ben gegaan
Tu es allé(e)                            Jij bent gegaan
Il/elle est  allé(e)                   Hij/zij is gegaan
Nous sommes allé(e)s      Wij zijn gegaan
Vous êtes allé(e)s                Jullie zijn gegaan/ U bent gegaan
Ils/elles sont allé(e)s          Zij zijn gegaan

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

ergens naartoe gaan...
aller à = gaan naar

Achter het vorige rijtje zet je dus gewoon à.

Je vais à            Ik ga naar
Il va à                  Hij gaat naar
Vous allez à     Jullie gaan naar

Slide 5 - Slide

Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Ils ...... en ville.
A
vont
B
vas
C
va
D
vais

Slide 6 - Quiz

Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Nous ..... manger.
A
vont
B
va
C
allons
D
allez

Slide 7 - Quiz

Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Tu ..... au cinéma?
A
vont
B
vas
C
vais
D
va

Slide 8 - Quiz

Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Elle ..... à la maison.

Slide 9 - Open question

Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Je ..... faire du tennis.

Slide 10 - Open question

Questions???
Maken : Unité 4      4.3 opdracht 8E
Leren : Apprendre 3
***

Slide 11 - Slide