Motivatie PDG

Motivatie 
“(Mbo) Studenten in de leermodus”

1 / 10
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Motivatie 
“(Mbo) Studenten in de leermodus”

Slide 1 - Slide

Gemotiveerde studenten 
  • Doen het beter op school
  • Tonen meer inzet.
  • Zijn op zoek naar uitdagingen, wisselen kennis uit en pakken problemen aan.
  • Gebruiken effectieve leerstrategieën
  • Zijn enthousiast



Met andere woorden: “Er is een sterke relatie tussen de motivatie van studenten en hun leerprestaties“ (Van Nuland, Dusseldorp, Martens & Boekaerts, 2010)


Slide 2 - Slide

Kennis over motiveren van mbo studenten



  • Er is weinig bekend uit onderzoek over het stimuleren van motivatie bij mbo studenten in het bijzonder (Veen et al, 2014).
  • Verreweg de meest populaire theorie over motivatie van kinderen en adolescenten in het algemeen is de zelfdeterminatie theorie van Deci & Ryan (1985; 2000)
  • De zelfdeterminatie theorie maakt allereerst onderscheid tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie bij studenten

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Motivatie

Slide 5 - Slide

Intrinsieke Motivatie
  • Volgens Ryan en Deci (2000) is er sprake van intrinsieke motivatie als de wil om te leren of te ontwikkelen vanuit de student zelf komt
  • De student is gemotiveerd om iets te leren waarin hij/zij zelf geïnteresseerd is
  • Het aanpakken van taken en verantwoordelijkheden levert de student plezier op
  • Geen voeding nodig van externe factoren (beloning, straf)
  • De activiteit zelf is al leuk genoeg


Op het moment dat studenten intrinsiek gemotiveerd zijn, leren ze vanuit persoonlijke interesses en nieuwsgierigheid (Van den Broeck et al., 2009).


Slide 6 - Slide

Extrinsieke motivatie
  • Bij extrinsieke motivatie leren studenten omdat het moet. Vaak staat er een beloning tegenover als ze het doen of volgt er straf wanneer ze het niet doen.
  • Extrinsiek gemotiveerde studenten zijn minder betrokken en nemen minder hun verantwoordelijkheid.
  • Bij extrinsieke motivatie zijn het externe factoren die ervoor zorgen dat studenten aan de slag gaan.

Slide 7 - Slide

Amotivatie
  • Er geen enkele zin of motivatie meer is om iets te doen.
  • De student hecht mogelijk totaal geen belang aan een activiteit, haakt af omdat hij/ zij zich niet bekwaam voelt om de opdracht uit te voeren.
  • De student heeft er weinig/ geen vertrouwen in heeft dat de opdracht hem/ haar helpt om iets te leren.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hoe kan je de leermodus van studenten positief stimuleren?
  • Als docent ben je meer gebaat bij intrinsiek dan extrinsiek gemotiveerde studenten.
  • Motivatie is autonoom; Autonome motivatie betekent dat studenten het gevoel hebben zelf voor de activiteit gekozen te hebben.
  • Uitgangspunt van Deci & Ryan (1985; 2000) is dat de intrinsieke motivatie kan worden verhoogd als de docent in het creëren van de leeromgeving aan drie psychologische basisbehoeften kan voldoen.
  • Als docent geef je een evenwichtige invulling aan drie basisbehoeften van studenten: 
    1 Competentie  2 Autonomie  3 Relatie
    Hoe beter een docent daarop in kan spelen, hoe hoger de intrinsieke motivatie van de leerlingen.

Slide 10 - Slide