Spelling H2 - Leenwoorden

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom!
10 minuten in stilte lezen.

Slide 2 - Slide

H2 - Leenwoorden 
Ik kan Engelse en Franse leenwoorden correct spellen 

Slide 3 - Slide

Planning van vandaag:
Voorkennis ophalen
Uitleg
Maken - opdracht 1 - 2 - 5
Nakijken

Slide 4 - Slide

Welke leenwoorden ken je?

Slide 5 - Mind map

Engelse leenwoorden

Samenstelling: aan elkaar.
(twee of meer losse woorden die samen een nieuw woord vormen)
latenightshow, voicemail, managementteam, skatebaan

Woordgroep: los
intensive care, black tie, low budget

Rechterdeel een Engels voorzetsel: streepje
time-out, all-in, lay-out


Slide 6 - Slide

Een ingesproken bericht op je telefoon heet een...
A
voicemail
B
voice mail
C
voice-mail

Slide 7 - Quiz

Mijn buurman werkt als...
A
account manager
B
account-manager
C
accountmanager

Slide 8 - Quiz

Wij gaan dit jaar voor een ... vakantie.
A
low-budget
B
low budget
C
lowbudget

Slide 9 - Quiz

Ik zou toch nog even een .... vragen.
A
second opinion
B
second-opinion
C
secondopinion

Slide 10 - Quiz

Pfff, ik neem even een .....
A
time out
B
time-out
C
timeout

Slide 11 - Quiz

Franse tekens


cliché, paté                           accent aigu  

scène, misère                       accent grave  

enquête, gênant                 accent circonflexe

Slide 12 - Slide

Franse woorden verliezen in het Nederlands hun accenttekens, behalve 

- op de e als dat voor de uitspraak nodig is:
   crème, café
- in woorden die echt Frans aandoen:
  déjà vu, crème fraîche


controle, diner, crouton, debacle, generen, ragout, zone

Slide 13 - Slide

Aan de slag!

Maak opdracht 1 en 2. 

Klaar? Maak ook opdracht 5.

Huiswerk voor morgen!
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Antwoorden
Opdracht 1:
1 d wild card - set - matchpoint - tie break - smash
2 c wake-upcall - lobby - roomservice - sandwich 
3 a coverstory - glossy - glamourgirl - make-up - rouge - lipstick - eyeliner
4 b joyriding - pick- up - whiplash - intensive care 


Slide 15 - Slide

Antwoorden
Opdracht 2:
1. d première F - cabaretier F - bühne D - spitzen D - negligé F - decolleté F
2. a einzelgänger D - überhaupt D - maîtresse F - langlaufen D - abseilen D 
3. b hors d’oeuvre F - ober D - schnitzel D - mayonaise F - kaiserbrötchen D - frankfurter D - pils D - bockbier D - glühwein D - jus d’orange F
4. c gêne F -  conducteur F - logee F - stiltecoupé F - bonbon F 

Slide 16 - Slide