5/12 Engelse en Franse leenwoorden

Telefoon in de tas en snel gaan zitten.
In stilte pak je je laptop en log in op de LessonUP.
Draai je laptop om of doe je hoes om je beeldscherm.
\Pak dan je lesboek, schrift, leesboek, mandala, etui en kleurtjes.
Ga lekker kleuren, terwijl je luistert naar de docent die voorleest.
timer
7:00
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Telefoon in de tas en snel gaan zitten.
In stilte pak je je laptop en log in op de LessonUP.
Draai je laptop om of doe je hoes om je beeldscherm.
\Pak dan je lesboek, schrift, leesboek, mandala, etui en kleurtjes.
Ga lekker kleuren, terwijl je luistert naar de docent die voorleest.
timer
7:00

Slide 1 - Slide

Spelling
leenwoorden

Slide 2 - Slide

Planning
  • Voorlezen/kleuren (hebben wel al gedaan)
  • Instructie/quiz
  • Werken 
  • Afsluiten

Slide 3 - Slide

Lesdoel

Aan het einde van deze les:

  • weet je hoe je Franse en Engelse leenwoorden correct moet spellen











Slide 4 - Slide

Los de volgende raadsels op:
eaurub = werktafel
anvarac = vakantiehuisje op wielen
wlonc = grappenmaker
ywbooc = veedrijver

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Uit welke taal is dit woord afkomstig?
'koffie'

Slide 7 - Open question

Uit welke taal is dit woord afkomstig?
'ballon'

Slide 8 - Open question

Uit welke taal is dit woord afkomstig?
'tulp'

Slide 9 - Open question

Uit welke taal is dit woord afkomstig?
'ski'

Slide 10 - Open question

Leenwoorden
Een leenwoord is een woord dat van een andere taal is geleend. 

Je hebt ze op allerlei gebieden, zoals sport (penalty), eten (restaurant), kleding (hoody), uiterlijk (rouge), verkeer (ambulance) en computers (saven). 

Slide 11 - Slide

Leenwoorden 

De meeste woorden die we overnemen uit andere talen, worden in de loop van de tijd aangepast aan het Nederlandse spellingsysteem.





Slide 12 - Slide

Engelse leenwoorden

Samenstelling: aan elkaar.
(twee of meer losse woorden die samen een nieuw woord vormen)
latenightshow, voicemail, managementteam, skatebaan

Als het als woordgroep wordt gezien: los
intensive care, black tie, low budget

Rechterdeel is een Engels voorzetsel: streepje
time-out, all-in, lay-out


Slide 13 - Slide

Zo spel je Franse leenwoorden
Franse woorden verliezen in het Nederlands hun accenttekens:
controle, diner, crouton, debacle, generen, ragout, zone

Behalve:
  • In sommige - op de e als dat voor de uitspraak nodig is: crème (accent grave) café (accent aigu) of enquête (accent circonflex)
  • In woorden die echt Frans aandoen: déjà vu, crème fraîche --> Dat geldt vooral voor woordgroepen (déjà vu)

Slide 14 - Slide

Pfff, ik neem even een .....
A
time out
B
time-out
C
timeout

Slide 15 - Quiz

Ik zou toch nog even een .... vragen.
A
second opinion
B
second-opinion
C
secondopinion

Slide 16 - Quiz

Wij gaan dit jaar voor een ... vakantie.
A
low-budget
B
low budget
C
lowbudget

Slide 17 - Quiz

Mijn buurman werkt als...
A
account manager
B
account-manager
C
accountmanager

Slide 18 - Quiz

Een ingesproken bericht op je telefoon heet een...
A
voicemail
B
voice mail
C
voice-mail

Slide 19 - Quiz

Werk voor deze les + huiswerk: 

Blz. 64/65, opdracht 1, 2 en 3
+ nakijken en verbeteren met een andere kleur!

Wat niet af is = huiswerk
Klaar = lezen
Stel de volgende les vragen over fouten die je niet begreep!
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Lesdoel

Aan het einde van deze les:

  • weet je hoe je Franse en Engelse leenwoorden correct moet spellen











Slide 21 - Slide

Ik kan weet hoe ik Engelse en Franse leenwoorden moet vervoegen.


😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Slide 23 - Open question

Feedback
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders zien?

Slide 24 - Open question