Les 8 - Leenwoorden

H2 - Leenwoorden 
Ik kan Engelse en Franse leenwoorden correct spellen 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H2 - Leenwoorden 
Ik kan Engelse en Franse leenwoorden correct spellen 

Slide 1 - Slide

Planning van vandaag:
Voorkennis ophalen - mentimeter
Maken - opdracht 1 - 2 - 3
Starten met de collage/ tekening

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Engelse leenwoorden

Samenstelling: aan elkaar.
(twee of meer losse woorden die samen een nieuw woord vormen)
latenightshow, voicemail, managementteam, skatebaan

Woordgroep: los
intensive care, black tie, low budget

Rechterdeel een Engels voorzetsel: streepje
time-out, all-in, lay-out


Slide 4 - Slide

Een ingesproken bericht op je telefoon heet een...
A
voicemail
B
voice mail
C
voice-mail

Slide 5 - Quiz

Mijn buurman werkt als...
A
account manager
B
account-manager
C
accountmanager

Slide 6 - Quiz

Wij gaan dit jaar voor een ... vakantie.
A
low-budget
B
low budget
C
lowbudget

Slide 7 - Quiz

Ik zou toch nog even een .... vragen.
A
second opinion
B
second-opinion
C
secondopinion

Slide 8 - Quiz

Pfff, ik neem even een .....
A
time out
B
time-out
C
timeout

Slide 9 - Quiz

Franse tekens


cliché, paté                           accent aigu  

scène, misère                       accent grave  

enquête, gênant                 accent circonflexe

Slide 10 - Slide

Franse woorden verliezen in het Nederlands hun accenttekens, behalve 

- op de e als dat voor de uitspraak nodig is:
   crème, café
- in woorden die echt Frans aandoen:
  déjà vu, crème fraîche


controle, diner, crouton, debacle, generen, ragout, zone

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
Maak opdracht 1 en 2. 

timer
5:00

Slide 12 - Slide

Antwoorden
Opdracht 1:
a. stagiair (Frans), lay-out (Engels)
b. make-up (Engels), etui (Frans)
c. jus d'orange (Frans), dressoir (Frans)
d. niveau (Frans), faillissement (Frans)
e. airbags (Engels), airco (Engels)
f. guillotine (Frans)

Slide 13 - Slide

Antwoorden
Opdracht 2:
1. créme fraîche 
2. première, actrice, maillot
3. diskjockey, baguette
4. rouge, mascara
5. bootcamp, skateboard
6. boxershort

Slide 14 - Slide

COLLAGE 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Maak een collage over leenwoorden 

- Zorg dat het duidelijk wordt uit welk land het woord oorspronkelijk komt. 
- Maak eventueel groepjes woorden (eten, verkeer, sport etc.)
- Je mag je telefoon gebruiken voor plaatjes, teksten etc. 
- Zelf tekenen mag ook.
- Ik ga nog even op zoek naar lijm, kleurpotloden etc. dus zorg nu voor een plan/idee en teken alvast een idee uit.  

Slide 18 - Slide