Bloemen quiz

Bloemen quiz
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Bloemen quiz

Slide 1 - Slide

Bloemen zijn organen van planten die nodig zijn voor...
A
De ademhaling van planten
B
De voortplanting van planten
C
De groei van planten
D
Het mooi zijn!

Slide 2 - Quiz

Welke onderdelen van de plant zijn het belangrijkst
bij de voortplanting?
A
Stampers, meeldraden en zaden
B
bloemen en bijen
C
de wind en de bijen
D
Bladeren en fotosynthese

Slide 3 - Quiz

In welke volgorde verloopt de voortplanting bij planten?
A
Bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
B
Bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
C
Ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting, bestuiving
D
Bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting

Slide 4 - Quiz

De stamper van een bloem is?
A
Het mannelijke voortplantingsorgaan
B
Het vrouwelijk voortplantingsorgaan

Slide 5 - Quiz

Je ziet een vlinder bij een bloem. Waarom vliegen vlinders van bloem naar bloem?
A
Om de plant te bevruchten
B
Om nectar te drinken
C
Om zaden te verspreiden

Slide 6 - Quiz

Deze bloem heeft....
A
Alleen maar stampers
B
Alleen maar meeldraden
C
Meeldraden en een stamper
D
Geen meeldraden en ook geen stampers

Slide 7 - Quiz

Wat is een bloem?
A
Een bloem is het voortplantingsorgaan van een plant
B
Een bloem is het blad van een plant
C
Een bloem is het wortel van een plant
D
Een bloem is het stengel van een plant

Slide 8 - Quiz

Wat is het kelkblad van een bloem?
A
Het kelkblad is het geurige deel van de bloem
B
Het kelkblad is het deel van de bloem dat zorgt voor bevruchting
C
Het kelkblad is het bovenste deel van de bloem
D
Het kelkblad is het groene deel van de bloem dat de bloemknop beschermt

Slide 9 - Quiz

Wat is het kroonblad van een bloem?
A
Het kroonblad is het geurige deel van de bloem
B
Het kroonblad is het gekleurde deel van de bloem
C
Het kroonblad is het onderste deel van de bloem
D
Het kroonblad is het stevige deel van de bloem

Slide 10 - Quiz

Wat doen de kroonbladeren van een bloem?
A
Geuren geven...
B
Kleuren geven...
C
Zaden maken...
D
Insecten aantrekken...

Slide 11 - Quiz

Een bloem heeft een stamper en meeldraden.
De een is mannelijk, de ander vrouwelijk.

Wat is de stamper?

A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 12 - Quiz

In de afbeelding is een deel van een bloem met P aangegeven.
Welke functie heeft dit deel van de bloem?
A
het beschermen van de bloem in de knop tegen uitdroging en kou
B
het beschermen van de bloem in de knop tegen hoge temperaturen
C
het aanlokken van insecten
D
het afstoten van insecten

Slide 13 - Quiz

Welke bloemen hebben lange meeldraden die buiten de bloem hangen?
A
Insectenbloemen
B
Windbloemen

Slide 14 - Quiz

In de afbeelding is een bloem getekend.

Welk deel van de bloem is opvallend gekleurd?
A
Alleen deel P.
B
Alleen deel Q.
C
Zowel deel P als deel Q.
D
Geen van beide.

Slide 15 - Quiz

Hebben zaadplanten bloemen?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz


Een bloem is een .... van de plant.
A
organisme
B
orgaan
C
lichaamsdeel
D
weefsel

Slide 17 - Quiz

Onderdelen van de bloem:

Een volledige bloem bestaat altijd uit de volgende onderdelen
A
kroon, kelk, stijl en helmknop
B
kroon, kelk, stempel en meeldraad
C
kroon, kelk, stamper en meeldraad
D
kroon, kelk, stamper en helmknop

Slide 18 - Quiz

Wat is bestuiving?
A
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van dezelfde soort
B
als eicellen op de stempel terecht komen
C
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van een andere soort
D
als eicellen op de meeldraad terecht komen

Slide 19 - Quiz

Kan de wind voor bestuiving zorgen?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Na de bestuiving kan een stuifmeelkorrel een ... maken
A
Baby
B
Bloem
C
Stuifmeelbuis
D
Eicel

Slide 21 - Quiz

Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
En bevruchting?
A
Wel bestuiving, geen bevruchting
B
Zowel bestuiving als bevruchting
C
Wel bevruchting, geen bestuiving
D
Geen bestuiving, geen bevruchting

Slide 22 - Quiz

Wat is bestuiving?
A
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van dezelfde soort
B
als eicellen op de stempel terecht komen

Slide 23 - Quiz

Bestuiving
of bevruchting
A
bestuiving
B
bevruchting

Slide 24 - Quiz

Kijk goed!
Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?

A
ja, er heeft bestuiving plaatsgevonden
B
nee, er heeft geen bestuiving plaatsgevonden

Slide 25 - Quiz

44. Het zaadbeginsel is de voorloper van ......... Het vruchtbeginsel is de voorloper van ........
A
Het zaad - de vrucht
B
De stamper - de vrucht
C
De vrucht - het zaad
D
De bloem - het vrucht

Slide 26 - Quiz

Vrucht of zaad?
A
Vrucht
B
Zaad

Slide 27 - Quiz

Hoe wordt deze vrucht met zaden verspreid?
A
Door dieren
B
Door de wind
C
Door de plant zelf

Slide 28 - Quiz


Welke vrucht heeft maar één zaad?
A
meloen
B
mango
C
sinaasappel
D
mandarijn

Slide 29 - Quiz

vruchten en zaden kunnen worden verspreid door?
A
dieren, wind, insecten,water
B
dieren,wind,water,plant zelf
C
plant zelf, dieren, water ,insecten
D
insecten,wind , plant zelf,

Slide 30 - Quiz

Hoe wordt deze vrucht met zaden verspreid?
A
Door dieren
B
Door de wind
C
Door de plant zelf

Slide 31 - Quiz