DTH1O spreekvaardigheid telefoongesprek

Welkom DTH1O!
Kort: de leestoets
Stillezen
Terugblik: lidwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord
Theorie spreekvaardigheid
Gezamenlijke opdrachten
Zelfstandig werken


1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom DTH1O!
Kort: de leestoets
Stillezen
Terugblik: lidwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord
Theorie spreekvaardigheid
Gezamenlijke opdrachten
Zelfstandig werken


Slide 1 - Slide

Stillezen
Pak je leesboek en ga 15 minuten in stilte lezen.

timer
15:00

Slide 2 - Slide

Wat is werkwoord? (ww)
Geef minstens één voorbeeld.

Slide 3 - Mind map

Welke lidwoorden ken je?
(lw)

Slide 4 - Mind map

Wat is een zelfstandig naamwoord?
(zn)

Slide 5 - Mind map

Opdracht
Bijvoorbeeld: lw - zn - ww - van ons allemaal.
                            de - groetjes - geven - van ons allemaal.

Nu jij: 
1. lw - zn - ww - lw - zn.
2. Op - ww - zn - ww - je - heerlijk - ww - op het terras.
 

Slide 6 - Slide

Antwoorden
1. Een man belde het alarmnummer.
     lw     zn      ww     lw              zn
2. Op zondagmiddag wil je heerlijk genieten op het terras.
                        zn                ww                           ww

Slide 7 - Slide

Een gesprek voeren
Hoe voer je een goed gesprek?

Als jij praat...?
Als jij luistert...?

Slide 8 - Slide

Zo voer je een gesprek
Als je praat:
  • Praat rustig en hard genoeg.
  • Spreek de woorden duidelijk uit.
  • Laat de ander ook aan het woord. Stel bijvoorbeeld een vraag.

Als je luistert:
  • Laat de ander uitpraten. 
  • Laat merken dat je luistert (vriendelijk kijken, aankijken of knikken).
  • Stel een vraag als iets niet duidelijk is of als je meer wilt weten.

Slide 9 - Slide

Open en gesloten vragen
Wat zijn open vragen?

Wat zijn gesloten vragen?

Slide 10 - Slide

Open en gesloten vragen
Open vraag: hierop kan de ander een langer antwoord geven.
Wat vind jij leuk aan gamen?

Gesloten vraag: hierop kan de ander alleen met ja/nee of weinig woorden antwoorden.
Houd je van voetbal?

Slide 11 - Slide

Gezamenlijke opdracht
Pak voor je: 
Hoofdstuk 1 spreken en gesprekken opdracht 1 blz. 23.

Slide 12 - Slide

Een gebeurtenis beschrijven
Hoe beschrijf je een gebeurtenis?

Wat doe je?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Zo beschrijf je een gebeurtenis
De antwoorden op de 5W+H-vragen schrijf je in een schema.

Tip: luisteraars begrijpen je het best als je alles verteld in de volgorde waarin het is gebeurd. Dat noemen we tijdsvolgorde (gebruik woorden als: eerst, daarna, vervolgens, toen, dan, verder, etc.)

Slide 15 - Slide

Gezamenlijke opdracht
Bedenk een verhaal van ongeveer 100 woorden waarin de volgende woorden voorkomen:
bos - kabouter - appel - zee - spaghetti - afscheid - schoensmeer.

1. Zet de 5W+H vragen en de antwoorden erop op in een schema. 
Doe dat in steekwoorden en/of korte zinnetjes.


2. Daarna ga je het verhaal  vertellen aan de hand van het schema.  
timer
5:00
timer
3:00

Slide 16 - Slide

Een telefoon gesprek voeren
Hoe voer je een goed telefoongesprek?

Wat doe je?

Slide 17 - Slide

Zo voer je een telefoongesprek
  • Wat wil je precies weten? Bedenk vooraf vragen en schrijf ze op.
  • Bedenk of je de ander met je of u aanspreekt.
  • Stel jezelf voor met je voor- en achternaam en zeg waarvoor je belt.
  • Eventueel: herhaal de informatie die je krijgt en schrijf die op.
  • Bedank aan het eind van het gesprek de ander en zeg 'Dag' of 'Tot ziens'. 

Slide 18 - Slide

Soms krijg je niet meteen een duidelijk antwoord...

Wat doe je dan?

Slide 19 - Slide

Doorvragen
Je stelt dan een extra vraag:
  • Vraag om herhaling: Wil je dat nog een keer zeggen?
  • Vraag om een voorbeeld: Kunt u een voorbeeld geven?
  • Vraag om meer uitleg: Wat bedoel je precies met...?

Slide 20 - Slide

Gezamenlijke opdracht
Pak voor je:
Hoofdstuk 2 spreken en gesprekken startopdracht blz. 50.

Slide 21 - Slide

Zelfstandig werken
Maak opdracht 1 Hoofdstuk 2 spreken en gesprekken blz. 50.
Dit wordt huiswerk voor woensdag.

Klaar? Ga naar hoofdstuk 4 spreken en gesprekken en maak opdracht 1 en 2 blz. 107.

Slide 22 - Slide

Welkom DTH1O!
Stillezen
Theorie spreekvaardigheid
Huiswerk nakijken
Klassikale opdrachten
Pauze
Uitleg en aan de slag met formatieve opdracht


Slide 23 - Slide

Stillezen
Pak je leesboek en ga 15 minuten in stilte lezen.

timer
15:00

Slide 24 - Slide

Wat weet je nog van vorige les
m.b.t. spreken en gesprekken?

Slide 25 - Mind map

Hoe voer je een goed telefoongesprek?

Slide 26 - Mind map

Zo voer je een telefoongesprek
  • Wat wil je precies weten? Bedenk vooraf vragen en schrijf ze op.
  • Bedenk of je de ander met je of u aanspreekt.
  • Stel jezelf voor met je voor- en achternaam en zeg waarvoor je belt.
  • Eventueel: herhaal de informatie die je krijgt en schrijf die op.
  • Bedank aan het eind van het gesprek de ander en zeg 'Dag' of 'Tot ziens'. 

Slide 27 - Slide

Wat doe je als je niet meteen
een duidelijk antwoord krijgt?

Slide 28 - Mind map

Doorvragen
Je stelt dan een extra vraag:
  • Vraag om herhaling: Wil je dat nog een keer zeggen?
  • Vraag om een voorbeeld: Kunt u een voorbeeld geven?
  • Vraag om meer uitleg: Wat bedoel je precies met...?

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Huiswerk nakijken
Hoofdstuk 2 spreken en gesprekken opdracht 1 blz. 50. 

Slide 31 - Slide

Klassikale opdracht 1
Je organiseert met je klas een benefietavond. Op die avond willen jullie geld inzamelen voor het Wereld Natuur Fonds. Om meer aandacht voor het evenement te krijgen, wil je het bekende programma Showtime overhalen een nieuwsitem over de benefietavond te maken. Als je de redactie van dit programma belt, wordt er niet opgenomen. Je besluit een voicemailbericht in te spreken.







Slide 32 - Slide

Schrijf op wat je wilt inspreken
Controleer of de volgende punten aan bod komen:
- Stel je voor met voor- en achternaam.
- Geef aan waarvoor je belt.
- Spreek de ander aan met 'u'.
- Vertel hoe je te bereiken bent.
- Beëindig het bericht met een groet.



timer
5:00

Slide 33 - Slide

Vorm een tweetal met je buur
Lees om de beurt je voicemailbericht voor. 
Je klasgenoot...
- stelt zich voor met voor- en achternaam.
- zegt waarvoor hij belt.
- spreekt de ander aan met ‘u’.
- vertelt hoe hij te bereiken is.
- beëindigt het bericht met een groet.




timer
5:00

Slide 34 - Slide

Klassikale opdracht 2
Tijdens de mentorles is afgesproken dat jullie eerste klassenavond een schaatsuitje zal zijn. Jij organiseert het en belt met Sportcentrum IJzel voor meer informatie.


Slide 35 - Slide

Bereid het telefoongesprek voor
1. Schrijf op een briefje de dingen die je moet weten om het schaatsuitje te kunnen organiseren.
2. Schrijf ook op wat Gerhard Mossel van het Sportcentrum van jou zal willen weten.













timer
5:00

Slide 36 - Slide

Het telefoongesprek met het Sportcentrum voeren met een klasgenoot
1. Spreek af wie van jullie Gerhard Mossel is. Jullie zitten met de ruggen tegen elkaar en voeren het telefoongesprek.
2. Wissel daarna van rol.
timer
5:00

Slide 37 - Slide

Bespreek met elkaar hoe de gesprekken gingen
Beantwoord hiervoor de volgende vragen:
a. Heb je jezelf op de juiste wijze voorgesteld? ja/nee
b. Was het duidelijk waarvoor je belde? ja/nee
c. Was het duidelijk wat je precies wilde weten? ja/nee
d. Sprak je de ander op de juiste wijze aan? ja/nee
e. Heb je doorgevraagd als je iets niet goed begreep? Hoe deed je dat? ja/nee
f. Heb je het gesprek op de juiste wijze afgesloten? ja/nee
timer
2:30

Slide 38 - Slide

Pauze
timer
3:00

Slide 39 - Slide

Formatieve opdracht
Ga naar Classroom:
Spreekopdracht telefoneren.


Slide 40 - Slide

Aan de slag
Begin met de voorbereiding van de opdracht

Daarna gaan we door met de uitvoering van de opdracht
(geef elkaar feedback)

Klaar? Bereid je bij elke situatie (opzeggen, klacht, bestellen)  voor op zowel de rol als medewerkers en als klant. 

Volgende week: de telefoongesprekken voor beoordeling (O-M-V-G)


timer
15:00
timer
15:00

Slide 41 - Slide