Les 3 Leerstoornissen

Leerstoornissen
Opvoeden van het kind -
les 3
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Leerstoornissen
Opvoeden van het kind -
les 3

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les...
  • Weet de student wat een leerstoornis inhoudt;
  • Weet de student welke leerstoornissen er zijn;
  • Kan de student globaal benoemen wat de leerstoornis inhoudt (met een aantal kenmerken);
  • Weet de student hoe hij/zij kinderen met leerproblemen kan helpen/begeleiden.

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij
een leerstoornis?

Slide 3 - Mind map

Leerstoornis 
  • Een leerstoornis is een cognitieve aandoening;

  •  Iemand heeft dan problemen met leren en moet meer moeite doen om dingen te kunnen onthouden;

  • Een leerstoornis staat los van de intelligentie van iemand.

Slide 4 - Slide

Leerstoornis
  • Een kind met een leerstoornis is normaal begaafd. Wat opvalt, is dat het kind op één bepaald gebied moeite heeft met leren: het heeft bijvoorbeeld problemen met lezen óf met rekenen.

  •  Een leerstoornis kan iemand z’n hele leven hinderen, maar vooral schoolgaande kinderen hebben er last van;

 - Blijven vaak zitten op basisschool.
 - Vaak vroegtijdige schoolverlaters.

Slide 5 - Slide

0

Slide 6 - Video

 Kenmerken leerstoornissen 
  • Trager tempo;
  •  Ongunstige aanpak: passief of impulsief;
  • Kortetermijngeheugen werkt minder goed;
  • Langetermijngeheugen werkt minder goed;
  • Problemen met het onthouden van instructie;
  • Moeite om zelf werk na te kijken;
  • Emotionele problemen zoals faalangst.

Slide 7 - Slide

Soorten leerstoornissen 
  • Dyslexie;

  • Dyscalculie;

  • Hoogbegaafdheid;

  • NLD.

Slide 8 - Slide

Heb je ervaring met een leerstoornis? Bijvoorbeeld op stage of vanuit je eigen omgeving die je wilt delen?

Slide 9 - Open question

Dyslexie
  • Dyslexie is de meest bekenede leerstoornis;
  •  Dyslexie is een leerstoornis bij het lezen en spellen, waar gebrek aan intelligentie of te weinig onderwijs niet de oorzaak is;
  • Verklaringsprobleem: iemand heeft moeite om wat hij/zij ziet (letters) om te zetten in klanken.

  • Er zijn twee soorten dyslexie: 
  1. Radende lezer: een kind slaat bij het lezen bepaalde woorden over, hij maakt er iets anders van.
  2. Spellende lezer: een kind leest spellend het woord maar komt niet tot de juiste samenvoeging van de woorden 

Slide 10 - Slide

Kenmerken van dyslexie
  • Moeite met het verschil tussen klanken;
  • Moeite om klanken in volgorde te zetten bijvoorbeeld bij ''dorp'' of ''drop'';
  • Moeite om aandacht te houden bij klankinformatie;
  • Moeite met het onthouden van spellingsregels;
  • Moeite met het onthouden van woordcombinaties;
  • Moeite met het onthouden van jaartallen, rijtjes, losse woordjes.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Hoe help je een kind met dyslexie? 
  • Laat het kind succeservaringen opdoen en geef het kind complimenten;
  •  Oefen met het kind (maak lezen ook leuk voor het kind);
  • Doe taal- of spelling spellen met het kind;
  • Lees het kind voor. 

Slide 13 - Slide

Dyscalculie
  • Bij dyscalculie heb je problemen met rekenen;

  •  Iemand heeft dan vooral moeite met aanleren en automatiseren van basisvaardigheden bij rekenen en wiskunde.

Slide 14 - Slide

Kenmerken dyscalculie 
  • Iemand blijft simpele trucjes gebruiken bijvoorbeeld op de vingers tellen;
  •  Iemand maakt veel fouten bij een stapsgewijze aanpak; 
  • Heeft moeite met het onthouden van stappen bij een strategie;
  • Heeft problemen met het plaatsen van getallen;
  • Draait getallen om.

Slide 15 - Slide

Hoe help je een kind met dyscalculie?
  • Geef het kind de rekenopdrachten op papier;
  •  Laat het kind de tussenstappen opschrijven;
  • Help het kind bij het maken van de juiste stappen bij het rekenen;
  • Geef het kind extra tijd voor een rekentoets;
  • Geef het kind rekenen opdrachten niet mee als extra huiswerk als het kind het niet af heeft gekregen tijdens de les.

Slide 16 - Slide

Hoogbegaafdheid
  • Iemand met hoogbegaafdheid heeft een IQ van 130 of hoger;
  • Iemand die hoogbegaafdheid is heeft vaak een anderen manier van denken en doen;
  • Persoonlijkheid, creativiteit en doorzettingsvermogen spelen een belangrijke rol.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Hoe help je een kind dat hoogbegaafd is? 
  • Neem het kind en de ouders serieus;

  •  Schakel als school hulp in als dit nodig is;

  • Kijk naar de kansen van het kind;

  • Stel een duidelijk plan van aanpak op;

  • Heb vertrouwen in het kind en laat het kind succes ervaringen opdoen.

Slide 19 - Slide

NLD
  • NLD: Non-verbal Learning Disabilities.
  • Kinderen met NLD  hebben moeite met het verwerken van non verbalen informatie;
  • Verbaal komen ze wel vaardig over, ze kunnen goed praten en leren snel lezen; 
  • NLD is een leerstoornis die vaak moeilijk is te herkennen

Slide 20 - Slide

Kenmerken NLD
  • Een trapsgewijze ontwikkeling;
  •  Onhandige of houterige motoriek;
  • Problemen met de fijne motoriek;
  • Slechte oog hand coördinatie;
  • Problemen met inzichtelijk rekenen;
  • Traagheid en onzekerheid in schoolwerk;
  • Moeite met het aanleren van routines;
  • Weinig sociale vaardigheden;
  • Angst voor ongewone sociale situaties;
  • Onverklaarbaar angstig of boos worden;
  • Moeite met herkennen non verbalen signalen;
  • Problemen met overzicht;
  • Passief gedrag;
  • Gekke ongelukjes.

Slide 21 - Slide

Hoe help je een kind met NLD?
  • Zorg voor een stabiele omgeving waarin weinig veranderingen plaats vinden; 
  • Erken de angst van het kind maar ga er niet te diep op in;
  • Benadruk de sterke punten van het kind;
  • Biedt structuur.

Slide 22 - Slide

Problemen hebben met de grove en fijne motoriek valt onder de volgende leerstoornis:
A
Hoogdbegaafdheid
B
Dyslexie
C
NLD
D
Dsycalculie

Slide 23 - Quiz

Een kind met een leerstoornis is normaal begaafd:
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz


Zijn de volgende aandoeningen gedragsstoornissen of leerstoornissen?

Leerstoornis
Gedragsstoornis
ADHD
Dyscalculie
Dyslexie
PDD- NOS

Slide 25 - Drag question

Afsluiting
  • Wat heb je vandaag geleerd?

  • Lesdoelen behaald? 

  • Vragen over de lesstof en/of eindopdracht?

Slide 26 - Slide