Herhaling Goedgebekt taak 1 t/m 5 (leerjaar 2)

Herhaling Goedgebekt 
Taak 1 t/m 5 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling Goedgebekt 
Taak 1 t/m 5 

Slide 1 - Slide

Wat betekent...

semester?
timer
0:20
A
maand
B
kwartaal
C
half jaar
D
jaar

Slide 2 - Quiz

Wat betekent...

precair?
timer
0:20
A
onzeker
B
vervelend
C
uit voorzorg
D
niet op te lossen

Slide 3 - Quiz

Welke gezegde hoort bij de onderstaande omschrijving/betekenis?

iemand onder curatele stellen
timer
0:20
A
boos op iemand zijn
B
zeggenschap hebben over zijn/haar financiën
C
iemand niet serieus nemen
D
iemand niet zien

Slide 4 - Quiz

                   Sleep het spreekwoord/gezegde naar de juiste betekenis
timer
0:45
diep raken
het goed hebben
veel geld betalen
iets met nadruk zeggen
diep in de buidel tasten
het gaat ons voor de wind
iemand iets op het hart drukken
het gaat door merg en been

Slide 5 - Drag question

Wat betekent...

intrigeren?
timer
0:20
A
samenvoegen
B
willen weten hoe het zit
C
afstand houden
D
invloed hebben

Slide 6 - Quiz

Het tegenovergestelde van
progressief is...
timer
0:20
A
digestief
B
vooruitgang
C
blamage
D
conservatief

Slide 7 - Quiz

Wat betekent

zwaar op de maag liggen?
timer
0:20
A
ergens mee zitten
B
iemand als minderwaardig zien
C
honger hebben
D
onhandig zijn

Slide 8 - Quiz

Toets Goedgebekt: komende dinsdag (in de les op school)
Wat is de bedoeling?

- Maak contextrijke zinnen.
- De betekenis moet duidelijk naar voren komen.
- Koppel er een voorbeeld aan.
- Let op: het (voorbeeld uit het) boekje mag je niet gebruiken!

Slide 9 - Slide

Wat zou een goede contextrijke
zin zijn bij:
inferieur
timer
0:20
A
De auto was al 18 jaar oud, had veel schade en was intussen dus van inferieure kwaliteit ten opzichte van de nieuwste auto's.
B
Aan mij de inferieure taak om iedereen te voorzien van de ochtendkrant als ik de kranten rond breng.
C
Ik wil weten hoe het zit met de inferieure zaak en vraag het daarom aan de docent.
D
Het tegenovergestelde van inferieur is superieur.

Slide 10 - Quiz

Maak zelf een contextrijke zin met...

zich uit de naad werken.

Slide 11 - Open question

Maak zelf een contextrijke zin met...

objectief.

Slide 12 - Open question