This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Workshop "Financieel Fit?"
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Spelregels
- Respecteer ieders grenzen.
- Spreek in de IK-vorm.
- Persoonlijke financiële inbreng hoeft niet maar mag wel.
- Alles is vertrouwelijk en blijft hier.
- Er zijn geen domme vragen dus stel ze maar gewoon.
Slide 3 - Slide
Maar ..... ben jij "Financieel Fit?"
Slide 4 - Slide
Soorten uitgaven
Slide 5 - Mind map
Soorten uitgaven
Vaste lasten
Huishoudelijke uitgaven
Reserveringen
Slide 6 - Slide
Soorten uitgaven
Uitgaven die moeten
en uitgaven die mogen
Slide 7 - Slide
Quiz
Geef bij de uitgave aan wat voor soort uitgave het is:
vaste last
huishoudelijke uitgave
reservering
Let op: meerdere antwoorden kunnen juist zijn!
Slide 8 - Slide
Hypotheek / huur
A
Vaste last
B
Huishoudelijk uitgave
C
Reservering
Slide 9 - Quiz
Huisdier
A
Vaste last
B
Huishoudelijke uitgave
C
Reservering
Slide 10 - Quiz
Zorgverzekering
A
Vaste last
B
Huishoudelijke uitgave
C
Reservering
Slide 11 - Quiz
Sparen voor onvoorziene uitgaven
A
Vaste last
B
Huishoudelijke uitgave
C
Reservering
Slide 12 - Quiz
Mobiele telefoon
A
Vaste last
B
Huishoudelijke uitgave
C
Reservering
Slide 13 - Quiz
Roken
A
Vaste last
B
Huishoudelijke uitgave
C
Reservering
Slide 14 - Quiz
Autokosten
A
Vaste last
B
Huishoudelijke uitgave
C
Reservering
Slide 15 - Quiz
Kleding en schoenen
A
Vaste last
B
Huishoudelijke uitgave
C
Reservering
Slide 16 - Quiz
Boodschappen
A
Vaste last
B
Huishoudelijke uitgave
C
Reservering
Slide 17 - Quiz
Vakantie
A
Vaste last
B
Huishoudelijke uitgave
C
Reservering
Slide 18 - Quiz
Afbetaling lening
A
Vaste last
B
Huishoudelijke uitgave
C
Reservering
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Verleidingen weerstaan
Hoe doe je dat?
Wie kan dat?
Hoe moeilijk is dat?
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Video
Verkooptrucs van de supermarkt?
Weet jij ze?
Slide 24 - Slide
Verkooptrucs supermarkt
Slide 25 - Mind map
Kasboek
Slide 26 - Slide
Wat noteer je in je kasboek?
A
De vaste lasten
B
Alle dagelijkse
uitgaven
C
De kosten van de boodschappen
D
Boodschappen en vaste lasten
Slide 27 - Quiz
Wat zijn dan "de dagelijkse uitgaven"?
Slide 28 - Mind map
Je kunt pas een (goede) keus maken ....
A
.... als je weet waar je geld blijft.
B
.... als het geld op is.
C
.... als er niet zoveel meer te kiezen is.
D
.... als ik meer keuzevrijheid heb.
Slide 29 - Quiz
Wat is het doel van het bijhouden van je kasboek?
A
Of ik kan sparen?
B
Dat ik uitkom met mijn inkomen?
C
Dat ik weet wat mijn boodschappen kosten?
D
Dat ik weet waar ik mijn geld aan uitgeef.
Slide 30 - Quiz
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Video
Slide 33 - Slide
Je hebt iets gekocht via Klarna van € 1.500,00. Je denkt dit te kunnen betalen met € 40,00 per maand. De rente is 2% per maand. Wat gaat het uiteindelijk kosten en hoelang ben je aan het aflossen?
Slide 34 - Open question
Gekocht voor € 1.500,00
Per maand aflossing € 40,00
Rente per maand 2% € 30,00
Dus .................
Daadwerkelijke aflossing is slechts € 10,00 !!
Nieuw saldo van je lening is nu € 1.490,00
Slide 35 - Slide
Saldo na eerste aflossing € 1.490,00
Per maand aflossing € 40,00
Rente per maand 2% € 29,80
Dus .................
Daadwerkelijke aflossing is slechts € 10,20 !!
Nieuw saldo van je lening is nu € 1.479,20
Slide 36 - Slide
Het kost dus 72 maanden (6 jaar!!) om terug te betalen
en € 2.880,00 terwijl het product "slechts" € 1.500,00 kostte om aan te schaffen.