Klinisch redeneren Niveau 3 Verzorgende IG en Combi

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

Klinisch redeneren

Programma

Les

Klinisch redeneren

Wat versta je onder klinisch redeneren?

Hoe pas jij klinisch redeneren toe tijdens je stage?

1. Ik pas het (nog)niet toe
2. Heel soms, als ik af en toe met mijn werkbegeleider ga zitten
3. Dagelijks, het is een onderdeel van mijn dagprogramma
4. Het lukt mij nog niet, ik vind het heel moeilijk

Waarom?

Verhoogt kwaliteit van:

- verpleegkundige interventies

- observaties (groeperen en beter onder woorden brengen)

- meer vertrouwen in je niet-pluis gevoel

Je kan je keuzes verantwoorden

Klinisch redeneren volgens de 6 stappen van Marc Bakker

Wat houdt klinisch redeneren in?

1. Vaardigheid om eigen observaties en interpretaties te koppelen aan medische kennis
2. Cyclisch proces van gegevensverzameling en analyse
3. Verzorgenden kunnen onderbouwen welke interventies en vervolgstappen ze moeten nemen.
4. Zowel antwoord A, B, en C zijn juist

Niet-pluisgevoel ?

1. Oriëntatie op de situatie

Er is iets aan de hand!!!!

Wat is het probleem?
Verzamel  de gegevens.
Gebruik de SBAR

SBAR

situatie (S)
achtergrond (B)
beoordeling (A)
aanbeveling (R)

SBAR

S (Situatie)
B (Achtergrondinformatie)
A (Beoordeling)
R (Aanbeveling)

Wat is waar over redeneerhulpen?

1. Er is geen kennis voor nodig
2. Ze vervangen kennis en ervaring nooit
3. Alleen voor onervaren medewerkers
4. Zijn alleen voor artsen bedoeld

Wat zijn de vitale functies?

1. Hartfrequentie, bloeddruk, saturatie, temperatuur en bewustzijn
2. Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en urineproductie
3. Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en het 'niet pluis gevoel'
4. Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en bewustzijn

2. Klinische probleemstelling

Wat is er aan de hand?

Somatisch: orgaansysteem

(rangschikken indien meerdere orgaansystemen)
Psychosociale status

3. Aanvullend onderzoek

Wat weet ik nog niet?

Aanvullende onderzoeken

Korte termijn en lange termijn

4. Klinisch beleid

Welke handelingen ga je uitvoeren?

Welke volgorde van handelen?

Welke bewaking is er nodig?

Welke diciplines kunnen/moeten worden ingezet?

5. Klinisch verloop

Klinisch = met de kliniek/behandeling in verband staan

Je hoopt op gunstig vervolg na de door jou ingezette acties, werkelijkheid is anders. Er is kans op restschade, complicaties, ongewenste effecten, fouten. 

Je moet kunnen beredeneren:

- Wat is het gewenste verloop op korte en lange termijn? Wat is de prognose?

- Wat is het ongewenste verloop op korte en lange termijn? Welke complicaties kunnen optreden, wat zijn de risico's van de behandeling, welke fouten kunnen optreden, wat is de prognose?

SOAP

Waar staat de A voor in SOAP

1. Analyse
2. Actie
3. Argument
4. Antwoord

Mw. Pinto is een dame van 87 jaar met ondergewicht, zij weegt 50 kilo bij een lengte van 1,72. Zij is nooit zwaar geweest, maar door een verminderde eetlust is zij de laatste jaren afgevallen. Een week terug is zij over een snoer gestruikeld en heeft zij haar heup gebroken. Zij wordt nu op bed verpleegd. Een aantal keer per dag wordt ze in de stoel geholpen om van houding te wisselen.

P = Risico op decubitus

E = Ondervoeding, verminderde eetlust, bedlegerigheid

S = Niet-wegdrukbare roodheid, pijn

SMART-doel: Decubitus bij Mw. Pinto wordt voorkomen.

Interventies: Risico op decubitus inschatten aan de hand van Braden-schaal, wisselligging 3x per dag, eiwitverrijkte voeding, voedingslijst bijhouden, dietiste inschakelen, 2x per dag huid inspecteren, huid drooghouden

P = Risico op decubitus

E = Ondervoeding, verminderde eetlust, bedlegerigheid

S = Niet-wegdrukbare roodheid, pijn

SMART-doel: Decubitus bij Mw. Pinto wordt voorkomen.

Interventies: Risico op decubitus inschatten aan de hand van Braden-schaal, wisselligging 3x per dag, eiwitverrijkte voeding, voedingslijst bijhouden, dietiste inschakelen, 2x per dag huid inspecteren, huid drooghouden

Gewenste en ongewenste verloop korte en lange termijn (gebruik SOAP)

S

O

A

P

6. Nabeschouwing

Met afstand naar de casus kijken, evaluatie en reflectie dmv 4 vragen:
1. waar en wanneer was de patiëntveiligheid niet optimaal?
2. waar en wanneer was de kwaliteit niet optimaal?
3. waar en wanneer was sprake van een ethisch dilemma?
4. wat heb je geleerd mbt je competenties als verpleegkundige?

(patiënt veiligheid, beroepshouding, ethisch dilemma, etc.) 

1

2

4

5

3

6

Aanvullend klinisch onderzoek

Orientatie situatie

Klinisch probleem-stelling

klinisch beleid

klinisch verloop

Nabeschouwing

Wat is het officiële overdrachtsprotocol in Nederland?

1. SIRS
2. SBARR
3. EWS
4. ABCDE

Opdracht

Casus meneer Pelikaan

Client Slikke:

- Pols van 120

- Tensie 170/50

- Temp 38,2 

- Ademhaling 14

- Alert 

Wat is de MEWS score van dhr Slikke?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Mevrouw Abdullah is 58 jaar, heeft diabetes mellitus en overgewicht. Ondanks haar diabetes mellitus doet mevrouw mee aan de ramadan. Mevrouw vertelt je dat de druk van haar familie om mee te doen groot is.
Mevrouw Abdullah loopt risico op ontregelde bloedglucosewaarden. Je formuleert een potentieel verpleegprobleem met behulp van de PES.
Welk gegeven in dit verhaal is de Etiologie (oorzaak)?

1. Diabetes Mellitus
2. Druk van de familie
3. Overgewicht
4. Meedoen aan de ramadan

‘Een scheve mond, verwarde spraak of lamme arm.’ Waar denk je aan?

Succes!