WOORDEN Regels en straf dag 4

Woordenschat
Dag 4:  Regels en Straf
1 / 10
next
Slide 1: Slide
ISKVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Woordenschat
Dag 4:  Regels en Straf

Slide 1 - Slide

eens
  • op een bepaald moment in het verleden of in de toekomst
  • Zin: Eens per jaar bezoek ik mijn tante. 

Slide 2 - Slide

eigenlijk
  • zoals het echt is
  • Zin: Eigenlijk is ze liever thuis. 
  • Zin: Gaat het eigenlijk wel goed met jou? 

Slide 3 - Slide

extra 
  • meer dan normaal
  • Zin: Ik wil graag extra melk in de koffie. 

Slide 4 - Slide

geen
  • niet één, niet
  • Zin: Er hoeft geen zout op het eten. 

Slide 5 - Slide

goedmaken
  • zorgen dat iets wat fout is gegaan weer goed wordt. 
  • werkwoord 
  • ik maak goed - wij maken goed
  • Zin: De vrienden hadden ruzie, maar ze hebben het weer goedgemaakt. 

Slide 6 - Slide

gooien
  • iets met je hand of arm van je af bewegen
  • werkwoord 
  • ik gooi - wij gooien
  • Zin: Ik gooi de bal over het net. 
  • Zin: Ik gooi de bal naar meneer Jelle. 

Slide 7 - Slide

grappig
  • als je om iets moet lachen

  • Zin: Mr. Bean doet grappig.

Slide 8 - Slide

de regel
  • de afspraak
  • de regel - de regels
  • Zin: Op school hebben we regels.
  • Zin: Ik vind deze nieuwe regel niet leuk.

Slide 9 - Slide

regelen
  • zorgen dat er iets gedaan wordt
  • ik regel - wij regelen
  • Zin: Ik ga dat wel even regelen
  • Zin: Regel jij even dat iedereen naar sport gaat?

Slide 10 - Slide