week 32 (week 19 2025)

Guten Tag
Wie geht es euch?
1 / 36
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with text slides.

Items in this lesson

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


  • jas in de kluis of op de kapstok
  • pet/muts/capuchon af
  • oortjes uit
  • laptop dicht op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Was machen wir heute?

  • Anfang Kapitel 10
  • Hören
  • Wortschatz

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lernziel des Kapitels :

  • Je kunt vertellen over  vakantieplannen en op vakantie gaan
  • Je kunt een voorstel voor een activiteit doen
  • Je leert woorden die met vakantie en activiteiten te maken hebben
  • Je kunt de modale werkwoorden gebruiken in de tegenwoordige tijd
  • Je kent het verschil tussen müssen en sollen
  • Je kunt de klinkers en medeklinkers goed uitspreken                                   I        in het Duits

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lernziel für heute :

  • Je leert woorden die met vakantie en activiteiten te maken hebben

Slide 5 - Slide

This item has no instructions



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?   Aufgaben 1 auf Seite 138
Wie?    zusammen
Hilfe?   keine
Zeit       10 Minuten
Fertig? Weiter mit Aufgabe 2
               




 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?  Kapitel 10: B-Wortschatz: Aufgaben 5, 6, 7 
            und 8
Wie?    online und selbsständig
Hilfe?   die Wörterliste auf Seite 152
Zeit       bis zum Ende dieser Stunde
Fertig? StudyGo woorden hoofdstuk 10
               




 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:


machen:
                       Online: K. Ferien; B-Wortschatz;    Aufgabe5, 6, 7 en 8   
           





Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Lernziele:

heb ik woorden geleerd die met vakantie en activiteiten te maken hebben?


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


  • jas in de kluis of op de kapstok
  • pet/muts/capuchon af
  • oortjes uit
  • laptop dicht op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel

Slide 14 - Slide

This item has no instructions


  • jas in de kluis of op de kapstok
  • pet/muts/capuchon af
  • oortjes uit
  • laptop dicht op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Lernziele:

Am Ende dieser Stunde:.....

..... kan ik uitleggen wat een naamval is
..... ken ik de voorzetsels die de derde naamval krijgen
..... kan ik de persoonlijk voornaamwoorden in de derde naamval toepassen in een zin


Slide 16 - Slide

This item has no instructions



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Link

This item has no instructions

Persoonlijk voornaamwoorden
Wat zijn dat ook alweer en ken je ze nog?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vervangen van een zelfstandig naamwoord door een persoonlijk voornaamwoord

Elk zelfstandig naamwoord heeft een geslacht en op basis daarvan wordt het persoonlijk voornaamwoord gebaseerd:

 der Vater (m) wordt er
die Maus wordt sie
das Pferd (o) wordt es
die Kinder wordt sie 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Een persoonlijk voornaamwoord gebruik je:
 
  • om herhaling van naam/persoon/ding te voorkomen
  • in plaats van een persoon/personen of een ding/dingen

Bijvoorbeeld:
De vrouw loopt op straat. Ze gaat naar de slager.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

aus
bei
mit 
nach 
seit
von 
zu
uit
bij
met
na, naar (bij plaatsen)
sinds
van
naar (bij personen)

Slide 23 - Slide

Opdracht: Vul op het uitgedeelde formulier de vertaling in!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

nog een keer:
Naamvallen zijn eigenlijk ' gewoon'  zinsdelen:

1ste naamval = het onderwerp
3de naamval = het meewerkend voorwerp
4de naamval = het lijdend voorwerp

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

An die Arbeit!
An die Arbeit: 

Was?  Grammatik:  Aufgabe 18, 19, 20, 21, 22 
Wie?   selbsständig
Hilfe?  Die Grammatik auf Seite 114 und 116
Zeit?    25 Minuten
Fertig? Woorden  leren!




Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Lernziele erreicht?

..... kan ik uitleggen wat een naamval is
..... ken ik de voorzetsels die de derde naamval krijgen
..... kan ik de persoonlijk voornaamwoorden in de derde naamval toepassen in een zin



Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions


  • jas in de kluis of op de kapstok
  • pet/muts/capuchon af
  • oortjes uit
  • laptop dicht op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 36 - Slide

This item has no instructions