Herhaling Lezen H1 + H2 LJ2

Lezen hoofdstuk 1 + hoofdstuk 2
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Lezen hoofdstuk 1 + hoofdstuk 2

Slide 1 - Slide

Deze les

- Herhalen theorie hoofdstuk 1 + 2
- Lijstje met wat je moet kennen en kunnen op de toets
- Oefenen voor de toets

Toets: Dinsdag 31 oktober (HALLOWEEN)

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 1 
Onderwerp van een tekst
geeft aan waar een tekst over gaat.

Je vindt deze door een tekst verkennend te lezen

Stel jezelf de vraag: Waar gaat deze tekst over?

Slide 3 - Slide

Safaripark heeft ze nu alle vijf
- Big Five
- Gespot!
- Fotoworkshops
- Afrika in Nederland

Slide 4 - Slide

Hoofdstuk 1
Alinea's
- Begint altijd op een nieuwe regel
- Soms springt een alinea in (dus begint een stukje later in de zin
- Tussen alinea's staan vaak witregels
- Een alinea loopt meestal ook niet tot het einde van een regel

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Hoofdstuk 1
Boven een alinea staat soms een tussenkopje.

Een alinea gaat dan over een deel van het onderwerp. Dit noem je een deelonderwerp.
Om te weten wat het deelonderwerp is, stel je jezelf de vraag:
Waarover gaat deze alinea?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hoofdstuk 1
Moeilijke-woordenwijzer
1. Is het woord belangrijk om de tekst te begrijpen?
2. Kijk of de uitleg ergens in de tekst staat
3. Kijk of je een deel van het woord herkent
4. Raad de betekenis van het woord door het in de zin te plaatsen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat moet je kennen en kunnen van hoofdstuk 1?
Wat je moet kennen
Wat je moet kunnen
- Wat het onderwerp van een tekst is
- Wat alinea's zijn
- Wat tussenkopjes zijn
- Wat deelonderwerpen zijn

- Het onderwerp van een tekst kunnen benoemen
- Alinea's kunnen herkennen
- Aangeven waaraan je een alinea kan herkennen
- Tussenkopjes van een tekst kunnen aanwijzen
- Deelonderwerpen van alinea kunnen benoemen

Slide 11 - Slide

Hoofdstuk 2
Hoofdzaken en bijzaken

De belangrijkste informatie in een tekst
noem je de hoofdzaken.
Wat niet zo belangrijk is, zijn de bijzaken.

Slide 12 - Slide

Hoofdstuk 2

Hoofdzaken vinden: Lees de inleiding en het slot. Lees ook de eerst en laatste zin van elke alinea, want hierin staat meestal de belangrijkste informatie. In de rest van de alinea vind je vaak een uitleg of voorbeeld (bijzaken)

Slide 13 - Slide

Hoofdstuk 2

De lay-out (=opmaak) van een tekst helpt je vaak ook de hoofdzaken te vinden. Kijk bijvoorbeeld naar vetgedrukte woorden of zinnen in een andere kleur. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat moet je kennen en kunnen van hoofdstuk 1?
Wat je moet kennen
Wat je moet kunnen
- Wat hoofdzaken zijn.
- Wat bijzaken zijn.
- Wat een lay-out is.

- De hoofdzaken van de tekst vinden door de tekst op de juiste manier te lezen.
- De lay-out van een tekst gebruiken om de hoofdzaken te vinden.
- Kunnen benoemen wat de bijzaken zijn.

Slide 16 - Slide

Waar de tekst over gaat, noem je:
A
Hoofdgedachte
B
Kernzin
C
Onderwerp
D
Deelonderwerp

Slide 17 - Quiz

In de inleiding van een tekst maak je kennis met het onderwerp
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Bedenkt een deelonderwerp bij het onderwerp school

Slide 19 - Open question

Deelonderwerpen vind je in;
A
De inleiding
B
Het middenstuk
C
Het slot

Slide 20 - Quiz

In het slot van de tekst krijg je vaak nog nieuwe informatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Hoe noem je de belangrijkste informatie in een tekst?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken

Slide 22 - Quiz

Inleiding en slot
Middenstuk

Eerste en laatste zin van een alinea
Uitleg of voorbeeld
Hoofdzaken
Bijzaken
Belangrijkste
informatie 
Deelonderwerpen

Slide 23 - Drag question

Hoeveel tussenkopjes zie je hier?

Slide 24 - Open question

Wat is de lay-out van een tekst?

Slide 25 - Open question