mardi 14 septembre

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les
-Je hebt de ww op ER in de présent herhaald
- Je maakt kennis met de ww op IR in de présent en je hebt hiermee geoefend
-Je hebt het huiswerk nagekeken
-Je hebt de vaardigheid luisteren geoefend met leçon 2 chapitre 2

Slide 2 - Slide

Geef een voorbeeld in het Frans van een ww op ER

Slide 3 - Mind map

Wat zijn ook alweer de uitgangen van de ww op ER in de présent?

Slide 4 - Mind map

Hoe vorm je een regelmatig ww op -er in de présent
A
- er + uitgangen
B
heel ww + uitgangen

Slide 5 - Quiz

Wat zijn de juiste uitgangen présent bij ww. op ER
A
e, e, es, ons, ez, ont
B
e, es, e, ons, ez, ent
C
e, e, e, ons, es, ent
D
e, es, es, ons, ez, ont

Slide 6 - Quiz

WW -er présent :
Welke vorm is juist?
A
je marchis
B
je regardis
C
tu marche
D
tu regardes

Slide 7 - Quiz

WW -er présent :
Welke vorm is juist?
A
il travailles
B
elle habitent
C
tu aimes
D
nous regardez

Slide 8 - Quiz

vertaal: ik teken (hele ww= dessiner)

Slide 9 - Open question

vertaal: wij spelen ( ww = jouer)

Slide 10 - Open question

vertaal: jij houdt van (hele ww = aimer)

Slide 11 - Open question

vertaal: u werkt (hele ww= travailler)

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Regelmatige ww op -IR  présent
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
ISSONS
ISSEZ
ISSENT
IT
IS
IS

Slide 14 - Drag question

Wat zijn de juiste uitgangen van de regelmatige ww. op IR (présent)
A
is, is, it, issons, issez, issent
B
is, is, is, ons, ez, ent
C
is, it, it, isons, isez, isent
D
is, it, it, issons, issez, ont

Slide 15 - Quiz

ww op ir, welke vorm is correct?
Anne et Marie ................ vite.
A
rougis
B
rougissons
C
rougissent
D
rougissez

Slide 16 - Quiz

WW -ir présent :
Welke vorm is juist?
A
il choisit
B
nous choisissent
C
vous choisit
D
ils choississez

Slide 17 - Quiz

WW -ir présent :
Welke vorm is juist?
A
je finit
B
je choisis
C
tu finissons
D
tu choisissez

Slide 18 - Quiz

regelmatige ww op -ir

rougir : nous
A
tu rougis
B
tu rougit
C
nous rougons
D
nous rougissons

Slide 19 - Quiz

1. vous (finir)

Slide 20 - Open question

2. elle (rougir)

Slide 21 - Open question

3. tu (choisir)

Slide 22 - Open question

4. ils (grandir)

Slide 23 - Open question

ik begrijp nu de ww op ir in de présent
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Maintenant
-Ouvrez votre livre: chapitre 2 leçon 2
-Faites les exercices 2, 4, 5, 9, 12 et 13
-Corrigez les devoirs en ligne
-Notez les devoirs: -apprendre voca 3 et finir leçon 2
           


Slide 25 - Slide