This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Balans
Slide 1 - Slide
Voorkennis
Octrooien(of patent):
Een patent betekent dat u het alleenrecht hebt op een technische uitvinding. Dit kan een uitvinding zijn zoals de microscoop, maar ook een doorontwikkeling op een fietsenstandaard. Groot of klein, zolang de uitvinding nieuw, inventief en industrieel toepasbaar is, krijgt u met een patent een tijdelijk monopolie.(met een maximale geldigheid van 20 jaar)
Bank en Kas zijn Vlottende Activa en daarbij hoort het tot de Liquide Middelen.
Slide 2 - Slide
Nu gaan we het zelf doen:
Lessonup: 588 680
Slide 3 - Slide
Immateriele vaste activa
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
Vlottende activa
Eigen Vermogen
Lang vreemd vermogen
Voorzieningen
Kort vreemd vermogen
Goodwill
Vergunningen
Bedrijfsauto
Machines
Gebouw
Debiteuren
Voorraden
Effecten
Rekening courant krediet
Nettowinst
Slide 4 - Drag question
Immateriele vaste activa
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
Vlottende activa
Eigen Vermogen
Lang vreemd vermogen
Kort vreemd vermogen
Deelneming
Vooruit betaalde bedragen
Agio Reserve
Obligatielening
Onderhandse lening
Crediteuren
Nog te betalen btw
Kas
Octrooien
Slide 5 - Drag question
Immateriele vaste activa
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
Vlottende activa
Eigen Vermogen
Lang vreemd vermogen
Voorzieningen
Kort vreemd vermogen
Te vorderen btw
Bank
GAK
Herwaarderingsreserve
Pensioenvoorziening
Vooruit ontvangen bedragen
Ontvangen afnemerskrediet
Inventaris
Hypothecaire lening
Slide 6 - Drag question
Ken je posten
Slide 7 - Slide
Liquiditeit of resultaat
We gaan nu verder met een opgave in het boek over liquiditeitsbegroting of resultatenrekening. Over 15 minuten verder met deze LessonUp.
Maken: Kees van Oss (blz. 163)
Ben je klaar: begin vast met Johnson (blz. 164)
Slide 8 - Slide
Liquiditeit/Resultaat
Liquiditeitsbegroting
of
Resultatenrekening
Slide 9 - Slide
De liquiditeitsbegroting is een overzicht van alle verwachte ontvangsten en uitgaven in een bepaalde periode. Alle ontvangsten en uitgaven zijn …(1)… btw.
Het saldo van de ontvangsten en de uitgaven is gelijk aan de verandering van …(2)… op de eindbalans.
A
1 = Inclusief.
2 = het eigen vermogen.
B
1 = Exclusief
2 = het eigen vermogen
C
1 = Inclusief
2 = de liquide middelen
D
1 = Exclusief
2 = de liquide middelen
Slide 10 - Quiz
Een onderneming betaalt elk half jaar op 1 januari en 1 juli de huur van het pand vooruit. De jaarlijkse huur bedraagt € 24.000 excl. 21% btw.
In het 3e kwartaal van 2023 komt voor deze huur: - op de liquiditeitsbegroting een bedrag van:
A
€ 12.000
B
€ 14.520
C
€ 7.260
D
€ 0,00
Slide 11 - Quiz
Een onderneming betaalt elk half jaar op 1 januari en 1 juli de huur van het pand vooruit. De jaarlijkse huur bedraagt € 24.000 excl. 21% btw.
In het 3e kwartaal van 2023 komt voor deze huur: - op de resultatenrekening een bedrag van:
A
€ 12.000
B
€ 14.520
C
€ 7.260
D
€ 6.000
Slide 12 - Quiz
Op 1 augustus 2022 koopt een onderneming 3 nieuwe tafels. De aanschafwaarde van 1 tafel kost € 5.800,- excl. 21% btw. de tafels worden 1 maand na aanschaf betaald. De tafels worden in 5 jaar afgeschreven en hebben een restwaarde van € 800,- per stuk. Op het liquiditeits overzicht van het 3e kwartaal moet worden opgenomen:
A
€ 21.054
B
€ 21.804
C
€ 7.018
D
€ 7.268
Slide 13 - Quiz
Op 1 augustus 2022 koopt een onderneming 3 nieuwe tafels. De aanschafwaarde van 1 tafel kost € 5.800,- excl. 21% btw. de tafels worden 1 maand na aanschaf betaald. De tafels worden in 5 jaar afgeschreven en hebben een restwaarde van € 800,- per stuk. Op de resultatenrekening van het 3e kwartaal moet worden opgenomen:
A
€ 17.400
B
€ 18.150
C
€ 3.000
D
€ 750,-
Slide 14 - Quiz
De volgende informatie is gegeven voor een 5%-lening: Op 1 april 2010 heeft Qompas bv een lening bij de Rabobank gekregen. Per 1 januari 2019 bedraagt de schuldrest € 120.000. De rente wordt per halfjaar achteraf betaald op 1 april en 1 oktober. Op deze data wordt ook telkens € 5.000 euro afgelost.
1. Bereken hoeveel rente er op 1 april 2019 werd betaald door Qompas bv.
Slide 15 - Open question
De volgende informatie is gegeven voor een 5%-lening: Op 1 april 2010 heeft Qompas bv een lening bij de Rabobank gekregen. Per 1 januari 2019 bedraagt de schuldrest € 120.000. De rente wordt per halfjaar achteraf betaald op 1 april en 1 oktober. Op deze data wordt ook telkens € 5.000 euro afgelost.
2. Bereken de totale uitgaven van de lening in 2019 die op het liquiditeitsoverzicht komen
Slide 16 - Open question
De volgende informatie is gegeven voor een 5%-lening: Op 1 april 2010 heeft Qompas bv een lening bij de Rabobank gekregen. Per 1 januari 2019 bedraagt de schuldrest € 120.000. De rente wordt per halfjaar achteraf betaald op 1 april en 1 oktober. Op deze data wordt ook telkens € 5.000 euro afgelost.
3. Bereken de totale kosten van de lening in 2019 die op de resultatenrekening komen
Slide 17 - Open question
De volgende informatie is gegeven voor een 5%-lening: Op 1 april 2010 heeft Qompas bv een lening bij de Rabobank gekregen. Per 1 januari 2019 bedraagt de schuldrest € 120.000. De rente wordt per halfjaar achteraf betaald op 1 april en 1 oktober. Op deze data wordt ook telkens € 5.000 euro afgelost. 4. Bereken het bedrag dat in verband met de lening op de balans van 31 december 2019 moet worden opgenomen en geef aan onder welke balanspost dit bedrag vermeld moet worden.