2.5 Mutaties

9.5 Mutaties
Pak je schrift en beantwoord volgende vragen:
1. Vertaal dit stukje RNA naar eiwit: AUG CAC CCA
2. Wat gebeurd er als je de base (letter) in de DNA code aanpast?
3. Hoe noemen we genen die de activiteit van andere genen reguleren?
4. Wat is er aan de hand bij iemand die kanker heeft? 
5. Wat gebeurt er met het eiwit als het tweede codon: CAC verandert naar CAU?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

9.5 Mutaties
Pak je schrift en beantwoord volgende vragen:
1. Vertaal dit stukje RNA naar eiwit: AUG CAC CCA
2. Wat gebeurd er als je de base (letter) in de DNA code aanpast?
3. Hoe noemen we genen die de activiteit van andere genen reguleren?
4. Wat is er aan de hand bij iemand die kanker heeft? 
5. Wat gebeurt er met het eiwit als het tweede codon: CAC verandert naar CAU?

Slide 1 - Slide

Planning Vandaag
Afmaken DNA: 9.5 Mutaties en 9.6 Biotechnologie
Uitleg Mutaties
Werken Mutaties
Pauze
Uitleg Biotechnologie
Werken Biotechnologie

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 2.5
Je kunt uitleggen wat een mutatie is
Je kunt de verschillende soorten mutaties benoemen
Je kunt de mogelijke gevolgen van mutaties uitleggen

Slide 3 - Slide

Vandaag:
Uitleg 2.5

Zelfstandig werken aan de leerdoelen van 2.5


Slide 4 - Slide

Mutaties
Een mutatie is een verandering in de nucleotidevolgorde van het DNA.

Er zijn verschillende soorten mutaties:
1. Puntmutaties
2. Genoommutaties

Slide 5 - Slide

Puntmutaties
Ontstaan tijdens de DNA replicatie. Soms maak DNA Polymerase een foutje.

3 soorten:
  1. Vervangen van een nucleotide
  2. Verwijdering van een nucleotide
  3. Toevoeging van een nucleotide

Slide 6 - Slide

En dat kan grote gevolgen hebben.

Slide 7 - Slide

Een puntmutatie is een verandering in één nucleotide. 
Je zag eerder al de drie soorten: een substitutie (ander nucleotide), een insertie (extra nucleotide) en een deletie (nucleotide minder). 
Dat heeft gevolgen voor de codons die afgelezen worden.

Slide 8 - Slide

Genoommutaties
Bij genoommutaties veranderd niet de nucleotidevolgorde van een DNA molecuul maar krijgt de cel een extra chromosoom, of een stuk van een chromosoom of mist het een chromosoom

Genoommutaties kunnen ontstaan tijdens de meiose

Slide 9 - Slide

Syndroom van down
Gevolg van een genoommutatie.

Iemand met syndroom van down heeft bij bevruchting 3 x het chromosoom 21.

Slide 10 - Slide

Oorzaken mutaties
Blootstelling aan:
  • Mutagene straling 
  • Mutagene stoffen

Slide 11 - Slide

DNA reparatie
Tijdens celcyclus zijn er controle momenten. 

Enzymen controleren of het DNA goed is gekopieerd en herstellen de fouten die ze vinden.

Bij controle zorgt een tumorsuppressorgen dat celcyclus even stopt om DNA reparatie uit te voeren. 

Slide 12 - Slide

Gevolgen van mutaties
Puntmutaties leiden vaak tot verstoorde synthese van het eiwit. Dit leidt vaak tot een specifieke ziekte (Bijvoorbeeld suikerziekte)

Slide 13 - Slide

Mutaties en kanker
Tumorsuppressorgenen en proto-oncogenen
Tumorsuppressorgenen controleren de celdeling en DNA-replicatie. Mutaties in juist deze genen zorgt voor verstoorde celdeling.

Proto-oncogenen coderen voor eiwitten die celgroei en celdifferentiatie stimuleren. Mutaties in deze genen kunnen ervoor zorgen dat celdeling juist versneld. 

Slide 14 - Slide

Aan de slag met leerdoelen (eerste 12 minuten in stilte / fluisterend)
timer
12:00

Slide 15 - Slide

Maken
Opdrachten 42 t/m 49

Van 9.5 Mutaties

Slide 16 - Slide