7.2 Sterk en zwak

Welkom, ga lekker zitten
Welkom, ga lekker zitten
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom, ga lekker zitten
Welkom, ga lekker zitten

Slide 1 - Slide

Doelen van de vorige les:
  1. Eigenschappen van zuren en basen
  2. Reacties bij het oplossen van zuren en basen
  3. Rekenen met pH/pOH en concentratie
  4. Waterconstante (verband tussen pH en pOH)
  5. Gebruik van indicatoren
  6. Significantie

Slide 2 - Slide

Bereken de pH van een oplossing van 35,3 g H2SO4 in 1,50 L water 
(0,319)

Slide 3 - Slide

Bereken de pH van een oplossing van 35,3 g H2SO4 in 1,5 L water 

Slide 4 - Slide

Doelen van deze les:
  1. Het verschil tussen sterke en zwakke zuren/basen
  2. De evenwichtsvoorwaarde  van een zwak zuur/base opstellen; Kz en Kb

Slide 5 - Slide

Sterk zuur/sterke base
ALLE moleculen van een sterk zuur/base hebben met water gereageerd; 
er zijn GEEN ongesplitste moleculen meer over 

Slide 6 - Slide

Sterk 
LET OP: de sterkte van een zuur zegt NIETS over de pH!!
(een oplossing van een zwak zuur kan een lagere pH hebben dan een oplossing van een sterk zuur)

pH zegt iets over CONCENTRATIE
sterk/zwak zegt iets over de MATE VAN SPLITSING in ionen 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Zwak zuur/zwakke base
NIET alle moleculen van een zwak zuur/base hebben met water gereageerd; 
er zijn veel ongesplitste moleculen over: EVENWICHTSREACTIE

Slide 9 - Slide

Zuur-base koppel
zwak zuur   +  water                  zuurrest-ion + H3O+
                      

zwak zuur met het zuurrest-ion: een zuur-base koppel            

Slide 10 - Slide

Zuur-base koppel
zwakke base +  water                  geconjugeerd zuur + OH-

                      


Slide 11 - Slide

Zuurconstante Kz BINAS49


Bij dit evenwicht hoort de evenwichtsvoorwaarde

                                                                   = 1,7.10-5

Hoe groter Kz hoe sterker het zuur

Slide 12 - Slide

Baseconstante Kb BINAS49


Bij dit evenwicht hoort de evenwichtsvoorwaarde
             
                             = 1,8.10-5

Hoe groter Kb hoe sterker de base

Slide 13 - Slide

H2O NIET in de formule van de Kz/Kb
[H2O] komt niet voor in de formules voor Kz en Kb omdat de 'waterconcentratie' een constante is, die verwerkt is in de waarde van Kz/Kb.

1000 g H2O = 1000/18,015 = 55,51 mol
1000 g H2O = 1000 mL H2O = 1 L
[H2O] = 55,51/1 = 55,51 mol/L

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Verband tussen Kz en Kb




Merk op dat Kz . Kb = 10-14
en pKz + pKb = 14

Slide 16 - Slide

maak 17

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Onthouden:
  1. STERKE zuren/basen 100% in ionen gesplitst (aflopend)
  2. ZWAKKE zuren/ basen evenwichtsreactie met water; er zijn (veel) niet gesplitste zuur/basemoleculen
  3. Kz en Kb zijn de evenwichtsconstanten: TABEL49!!
  4. Kz . Kb = Kw       pKz + pKb = 14

Slide 20 - Slide

huiswerk

Slide 21 - Slide