Ch 1 - les 3

1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Les objectifs
Aan het eind van deze les:
  • ken je een aantal nieuwe woorden die met vriendschap te maken hebben.
  • weet je hoe je het bijvoeglijk naamwoord gebruikt in het Frans.

Slide 2 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Parler
  • Prononciation
  • Lire
  • Devoirs
  • Les verbes 
  • L'adjectif
  • Vocabulaire E
  • Au travail

Slide 3 - Slide

parler - cherche quelqu'un(e) qui...

Slide 4 - Slide

la prononciation

Slide 5 - Slide

prononciation
é  =  ee  -> café, électricité
er = ee -> parler, donner, chercher
ez = ee -> chez, vous parlez

Slide 6 - Slide

prononciation
è   =  e (het)  ->  père, frère, mère, collège
ê  =   e (het)  ->  tête, fenêtre
ai =   e (het)  ->  aimer, mais, anglais

Slide 7 - Slide

prononciation
(e)au   = oo  ->  cadeau, aussi
qu        = k     ->   qui, que, quand, la physique, monique
oi         = wa  ->  trois, moi, toi, histoire
ou       =  oe  ->   bonjour, vous, nous, pour
ui        = wie ->   je suis, oui, 

Slide 8 - Slide

Lire

On va lire le livre 'Le nouvel houdini'.

Slide 9 - Slide

12 - 16 septembre

Weektaak:
Leren woorden B  + avoir
Maken opdracht 9 + 10

  -> Loop je ergens tegenaan?

19 - 23 septembre

Weektaak:
Leren woorden E 
Leren bijvoeglijk naamwoord
maken opdracht 15 t/m 17

Slide 10 - Slide

les verbes

Slide 11 - Slide

(parler) Marc .... français

Slide 12 - Open question

(être) Tu ... en France?

Slide 13 - Open question

(tomber) Ma grand-mère .... souvent

Slide 14 - Open question

Verbeter de fout:
Eva aimes les frites.

Slide 15 - Open question

Verbeter de fout:
Nous avons à Paris.

Slide 16 - Open question

Verbeter de fout:
Marianne et Eva est à la maison.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

l'adjectif
het bijvoeglijk naamwoord
(uitleg nalezen? -> Magister, studiewijzers)

Slide 19 - Slide

het grote strand
A
la grand plage
B
la grande plage
C
la grands plage
D
la grandes plage

Slide 20 - Quiz

de lange broers
A
les long frères
B
les longue frères
C
les longs frères
D
les longues frères

Slide 21 - Quiz

Mon père a acheté une (nieuwe) voiture.
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 22 - Quiz

het goede antwoord
A
la bone réponse
B
la bonne réponse
C
la bons réponse
D
la bonnes réponse

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Vocabulaire E

Slide 25 - Slide

Devoirs
  • Leren vocabulaire E
  • Leren bijvoeglijk naamwoord
  • maken opdracht 15 t/m 17
  • Bij het spel: stuur een schermafbeelding via Teams en vertel welk attribuut je hebt gekozen.

  Klaar?  ->  kies een onderdeel uit het herhalingsboekje  of
                 ->  kies een herhalingsonderdeel op www.maxitaal.net/mv
                        of www.maxitaal.net/extra

Slide 26 - Slide

Les objectifs
Aan het eind van deze les:
  • ken je een aantal nieuwe woorden die met vriendschap te maken hebben.
  • weet je hoe je het bijvoeglijk naamwoord gebruikt in het Frans.

Slide 27 - Slide