This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wat doen we vandaag
uitleg mondeling
leerdoelen bespreken
interactieve instructie Spanning (les 7)
boekenclub vormen en doorgeven aan docent
starten met opstartopdracht
Slide 1 - Slide
Boeken lezen..
...doe ik met plezier
...vind ik vreseijk
...zou ik leuk willen vinden, maar ik vind nooit een leuk boek
, daar heb ik geen mening over
Slide 2 - Poll
Wat is het nut van het lezen van boeken?
Slide 3 - Mind map
Nut van het lezen van boeken
Wie vaak leest in de vrije tijd wordt een steeds vaardiger lezer en gaat als gevolg daarvan nog vaker lezen.
Zo versterken het vrijetijdslezen en de leesvaardigheid elkaar over en weer als een spiraal. Voor een veellezer is die spiraal positief.
Iemand die weinig leest, ziet zijn of haar woordenschat en taalvaardigheid juist afnemen, en gaat als gevolg daarvan nog minder lezen hier pakt de spiraal negatief uit.
Slide 4 - Slide
Nut van het lezen van boeken
Met name het lezen van verhalen en gedichten, stimuleert onze sociaal-emotionele ontwikkeling. Zo blijken onze hersenen weinig onderscheid te maken tussen de ervaringen die we zelf meemaken en die waar we over lezen: op mri-scans is te zien dat dezelfde hersengebieden actief worden.
Ons brein gebruikt bovendien dezelfde neurale netwerken voor het leggen van contacten met andere mensen.
Dit verklaart dat iemand die vaak fictie leest, daar profijt van heeft in zijn sociale leven. Het inleven in de verhaalpersonages helpt ons om ons in te leven in mensen in het dagelijks leven en het begrijpen en interpreteren van verhalen.
Slide 5 - Slide
Boekenclub vormen en boek uitzoeken
Je vormt een boekenclub van 3, 4 of 5 leerlingen
Je kiest een boek uit de lijst (zie studiewijzer 'hulpbronnen')
Je maakt de opdracht 'boek kiezen + argumenten'
Deze leveren jullie in bij de docent via Magister opdrachten
Deadline: zondag 14 mei
Slide 6 - Slide
Beoordeling
Tijdens de laatste toetsweek hebben jullie een mondeling met jullie boekenclub.
Je kunt dit voorbereiden door de vragenlijst (zie studiewijzer 'hulpbronnen') in te vullen tijdens het lezen van jouw boek.
Je mag deze ingevulde vragenlijst UITGEPRINT meenemen.
Het tijdstip van het mondeling staat in jouw rooster.
Weging: 2
Slide 7 - Slide
Leerdoelen Spanning (les 7)
Ik weet wat spanning en identificatie is en welke soorten spanning er zijn.
Ik kan identificatie, emotionele en intellectuele spanning herkennen in een verhaal.
Ik kan uitleggen op welke manier een schrijver spanning creëert in een verhaal en welke technieken hij hiervoor gebruikt.
Slide 8 - Slide
Spanning (in fictie)
Spanning motiveert om verder te lezen of kijken
Identificatie/vereenzelviging startpunt van spanning
Je wil weten hoe het de (hoofd)persoon zal vergaan
Slide 9 - Slide
Spanning
emotionele spanning -> als lezer weet je meer dan de personages
Jij weet al dat er moordenaar in de bosjes ligt, maar de hoofdpersoon komt nietsvermoedend aangefietst.
intellectuele spanning -> als lezer weet je minder of net zoveel als de personages
Vaak in politieseries waarbij je meepuzzelt met de rechercheur die een zaak aan het oplossen is.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Is er in het verhaal sprake van emotionele of intellectuele spanning? Leg je antwoord uit.
Slide 12 - Open question
De ik-persoon vertelt veel over zichzelf en haar familie, welk effect heeft dit op jou als lezer?
Slide 13 - Open question
Denk aan de vorige vraag. Welk begrip uit deze les past de schrijver toe om ervoor te zorgen dat je je in kunt leven?
Slide 14 - Mind map
De volgende dia's gaan over Kern, les 8
Slide 15 - Slide
Leerdoelen Perspectief (les 8)
Ik weet welke verschillende soorten perspectieven er zijn.
Ik kan de verschillende soorten perspectieven herkennen in een verhaal.
Ik kan uitleggen wat de bijzonderheden zijn van een perspectief in een gegeven verhaal.
Slide 16 - Slide
Perspectief
Je leest het verhaal vanuit iemands oogpunt, dit noem je perspectief.
Er zijn drie perspectieven: ik-perspectief, de personale verteller, de auctoriale verteller.
Slide 17 - Slide
ik-perspectief
Alleen de gedachtes van de ik-persoon zijn bij jou bekend.
Eenzijdig beeld
Kan onbetrouwbaar zijn
In sommige boeken zijn er meerdere 'ikken'
Slide 18 - Slide
personale verteller
Lijkt op het ik-perspectief
Geschreven vanuit hij/zij/hen
Er kunnen meerdere vertellers voorkomen in een boek
Slide 19 - Slide
auctoriale verteller
Verteller is alwetend
De verteller 'hangt boven het verhaal' en weet alles van iedereen
Groot verschil met de andere perspectieven: de verteller is geen personage in het verhaal
auctoriaal is afgeleid van het Latijnse woord 'auctor' dat auteur of schepper betekent.
Slide 20 - Slide
Een schrijver kiest bewust voor een ik-perspectief. Wat voor effect heeft een ik-perspectief op jou als lezer?