N2. Rekenen met procenten

1 / 15

Slide 1: Slide

NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Rekenen met procenten

- percentage -> getal (vb. 30% van 3987)

- getal -> percentage (vb. 280 van 2600 = ..... %)

Slide 2 - Slide

Percentage -> getal (vb. 30% van 3987)

Manier 1:

Terugrekenen naar 1% -> x aantal procenten dat wordt gevraagd

3987/100 = 39,87 = 1%

39,87 x 30 = 1196,1

Slide 3 - Slide

Manier 2:

100% = 1

10% = 0,1

1% = 0,01

57% van 230 = 0,57 x 230

3,4% van 458 = 0,034 x 458

Slide 4 - Slide

Je autopremie was afgelopen jaar 912€. Volgend jaar stijgt de autopremie met 12%. Hoeveel geld kost je autopremie volgend jaar?

Slide 5 - Slide

Een koopwoning kost 425.000€. Hier komt nog 6% kosten koper bij. Hoeveel moet de koper in totaal betalen voor het huis?

Slide 6 - Slide

Getal -> percentage (vb. 280 van 2600 = ..... %)

Manier 1:

Terugrekenen naar 1% -> deel/1%

2600/100 = 26 = 1%

280/26 = 10,76% = 11%

Slide 7 - Slide

Manier 2

x 100 = 10,76 %

Slide 8 - Slide

Hoeveel procent is ...

385 van de 17000

98 van de 59999

486 van de 985

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Totaal aantal boekingen

Week 33: 2368 klanten

Week 33: 1948 klanten

Slide 15 - Slide

N2. Rekenen met procenten

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

More lessons like this

N4: procenten, dalingen, stijgingen

Een percentage berekenen

Procenten

Procenten

Procenten M3

Een getal berekenen met procenten

Hoofdstuk 4.2 en 4.3 1EC1

Herhaling 3 soorten sommen procenten