What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
M1 les voorzetsel
Nederlands
Thema 4 - Grammatica
Woordsoorten - Voorzetsel
1 / 11
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
11 slides
, with
interactive quiz
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
Thema 4 - Grammatica
Woordsoorten - Voorzetsel
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Na deze les kunnen jullie de voorzetsels in een zin herkennen
Grammatica - woordsoorten - voorzetsel
Slide 2 - Slide
Deze les
Instructie voorzetsels
Zelfstandig werken uit het boek.
Grammatica - woordsoorten - voorzetsel
Slide 3 - Slide
Woordsoorten
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoorden
Voorzetsel
Grammatica - woordsoorten - voorzetsel
Zinsdelen
Persoonsvorm
Onderwerp
Gezegde (wg & ng)
Lijdend voorwerp
Slide 4 - Slide
Voorzetsel (VZ)
Grammatica - woordsoorten - voorzetsel
Een voorzetsel geeft vaak
plaats
,
tijd
of
reden/oorzaak
aan en staat vaak vóór een lidwoord of een voornaamwoord.
plaats ->
onder
de stoel,
op
de fiets,
achter
onze deur
tijd ->
over
een kwartier,
tijdens
die lunch,
vanaf
16 mei
reden/oorzaak ->
door
de toespraak,
vanwege
de regen,
dankzij
jouw hulp
Slide 5 - Slide
Voorzetsel (VZ)
Grammatica - woordsoorten - voorzetsel
Soms is een voorzetsel deel van een vaste combinatie.
door
middel
van
naar
aanleiding
van
met
uitzondering
van
Slide 6 - Slide
Voorzetsel (VZ)
Grammatica - woordsoorten - voorzetsel
Let op: delen van scheidbare werkwoorden noem je
geen
voorzetsel. Ze maken deel uit van het werkwoord (en je noemt ze bijwoord).
Hans
kijkt
mij
aan
. -> aankijken
Ik
nodig
je
uit
voor het feest. -> uitnodigen
Zinedine
geeft
nooit
op
. -> opgeven
Slide 7 - Slide
Ezelsbruggetje. Kijk of je het woord voor
de kast
of
de vakantie
kan zetten. Kan dat? Grote kans dat je met een voorzetsel te maken hebt!
Grammatica - woordsoorten - voorzetsel
op
de kast
onder
de kast
boven
de kast
achter
de kast
voor
de kast
naast
de kast
tijdens
de vakantie
na
de vakantie
gedurende
de vakantie
voor
de vakantie
dankzij
de vakantie
vanwege
de vakantie
Plaats
Tijd & reden/oorzaak
Slide 8 - Slide
Grammatica - woordsoorten - voorzetsel
Samen oefenen
Beeld een voorzetsel uit!
Je mag je tafel/stoel gebruiken
Gelukt? Wijs de volgende aan
Ieder voorzetsel mag maar 1x
Wees creatief
Minstens 10 voorzetsels!
Slide 9 - Slide
Noem twee dingen die je hebt geleerd over voorzetsels.
Slide 10 - Open question
Dat was 'm!
Grammatica - woordsoorten - voorzetsel
MAVO H6 / TAALVERZORGING / VOORZETSEL
HAVO H5 / GRAMMATICA / VOORZETSEL (startopdracht, opdr. 1 & 2)
VWO H6 / GRAMMATICA / VOORZETSEL & BIJWOORD (startopdracht, opdr. 1 & 2)
Volgende week:
Opfrissen voornaamwoorden
Bijwoord
Afronden oefeningen grammatica
Slide 11 - Slide
More lessons like this
Grammatica leerjaar 1 MHV: voorzetsel
March 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
ah1h les voorzetsel
February 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
voorzetsel en bijwoord
October 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Vrijdag 24 februari voorzetsel
February 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Voorzetsels deel 2
May 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Voorzetsels deel 2
February 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Herhaling 23 maart
March 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Persoonsvorm & werkwoordelijk gezegde
May 2024
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1