What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Vrijdag 24 februari voorzetsel
Nederlands
Thema 4 - Grammatica
Woordsoorten - Voorzetsel
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
Thema 4 - Grammatica
Woordsoorten - Voorzetsel
Slide 1 - Slide
Woordsoorten
Werkwoorden (ww)
Lidwoord (lw)
Zelfstandig naamwoord (zn)
Bijvoeglijk naamwoord (st)(bn)
Voorzetsel (vz)
Grammatica - woordsoorten - voorzetsel
Slide 2 - Slide
Lesdoel
Na deze les kunnen jullie de voorzetsels in een zin herkennen
Herhalen wij het (o)(b)lw en (st)bn
Grammatica - woordsoorten - voorzetsel
Slide 3 - Slide
(o)(b)lw - (st)bn
de - het - een
(st)bn = stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Voorbeeld?
Slide 4 - Slide
Voorzetsel (VZ)
Grammatica - woordsoorten - voorzetsel
Een voorzetsel geeft vaak
plaats
,
tijd
of
reden/oorzaak
aan en staat vaak vóór een lw + zn.
plaats ->
onder
de stoel,
op
de fiets,
achter
onze deur
tijd ->
over
een kwartier,
tijdens
die lunch,
vanaf
16 mei
reden/oorzaak ->
door
de toespraak,
vanwege
de regen,
dankzij
jouw hulp
Soms staat een voorzetsel achter een zn
ik rende het huis
in
, de berg
op
, de klas
uit
Slide 5 - Slide
Ezelsbruggetje. Kijk of je het woord voor
de kast
of
de vakantie
kan zetten. Kan dat? Grote kans dat je met een voorzetsel te maken hebt!
Grammatica - woordsoorten - voorzetsel
op
de kast
onder
de kast
boven
de kast
achter
de kast
voor
de kast
naast
de kast
tijdens
de vakantie
na
de vakantie
gedurende
de vakantie
voor
de vakantie
dankzij
de vakantie
vanwege
de vakantie
Plaats
Tijd & reden/oorzaak
Slide 6 - Slide
Vast voorzetsel
Sommige werkwoorden komen altijd voor met een bepaald voorzetsel.
Houden
van
Gek zijn
op
rekening houden
met
Slide 7 - Slide
Vast voorzetsel
Voorbeeldzinnen:
houden van
> Nico
houdt van
waterskiën.
besteden aan
> Ik wil niet veel tijd
besteden aan
deze onzin.
behoren tot >
Dit kan binnenkort
tot
het verleden
behoren.
Grammatica - woordsoorten - voorzetsel
Slide 8 - Slide
Noem twee voorzetsels.
Slide 9 - Open question
Hoe kun je voorzetsels ook noemen?
Slide 10 - Open question
Noem een vast voorzetsel.
Slide 11 - Open question
Aan de slag
Maak online van hoofdstuk 5 paragraaf 7
Opdracht 1 t/m 7b
Opdracht 2 maak ik samen met een aantal leerlingen
Klaar? Maak de opdrachten van P5 bijvoeglijk naamwoord af
Maak oefentoetsen van P1 of P3.
Slide 12 - Slide
Afsluiting
Denk aan een (portret)foto en een snelhechter! (zie Magister)
Fijne vakantie allemaal!
Slide 13 - Slide
More lessons like this
Grammatica 4.7
February 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
BSR 08/01 2t Grammatica WS 1 Herhaling lj1
November 2024
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
2TH Grammatica Woordsoorten herhaling
September 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
4.7 Grammatica les 2 1KGT
February 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
2F: Werkblad inleveren
May 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2TH Grammatica Woordsoorten herhaling
June 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
2TH Grammatica Woordsoorten herhaling
June 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Grammatica 4.7
March 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1