Werkwoordspelling basis
Hangen
Sara ..... haar jas op. (t.t.)
Sara ..... haar jas op. (t.t.)
1 / 10
Items in this lesson
Hangen
Sara ..... haar jas op. (t.t.)
Sara ..... haar jas op. (t.t.)
Slide 1 - Open question
Gisteren (hangen) zij haar jas op. (v.t.)
Slide 2 - Open question
Zij heeft haar jas op de kapstok (hangen). (vd)
Slide 3 - Open question
Veel mensen ..............(investeren t.t.) tegenwoordig in cryptovaluta.
Slide 4 - Open question
Veel mensen (investeren) vorig jaar in cryptovaluta.
Slide 5 - Open question
Zelf heb ik nooit in cryptovaluta (investeren v.d.)
Slide 6 - Open question
Salo (zijn t.t.) geslaagd voor zijn theorie-examen.
Slide 7 - Open question
Salo (zijn v.t.) vorig jaar geslaagd voor zijn theorie-examen.
Slide 8 - Open question
Salo is voor de eerste keer naar zijn theorie-examen (zijn v.d.)
Slide 9 - Open question
Voor de toets werkwoordspelling moet ik ................leren:
